The Real McKenzies - Beer And Loathing

Fat Wreck Records

Beer And Loathing

Moeten we huilen omdat het meer dan drie jaar geleden is dat The Real McKenzies nog een plaat uitbrachten? Zeker wel! Moeten we daar echt kapot van zijn? Zeker niet! Want de Celtic punk met Schotse doedelzak-invloeden van deze Canadese pubpunkers is natuurlijk onweerstaanbaar. Je weet dat er een feestje aan komt. Maar wel een feestje waar je al enkele keren als gast aanwezig was. Hoewel...

Om maar te zeggen dat de McKenzies doorgaans een beetje in het eigen folkpunkvijvertje blijven vissen. Een vijvertje dat uitgegraven werd door The Pogues en waarin ondermeer Dropkick Murphy’s ook rondpeddelen. Punk. Party. Beer. Whisky. De nagel aan de doodskist van iedereen die het enigszins ernstig neemt in het leven.

En toch zijn de Real McKenzies weer zo’n unicum op zich. Met vaste spil Paul Mckenzie en een variabele van tientallen gastmuzikanten en feestgenoten. Resultaat: eerder trage, melancholische songs die zowel door de ziel snijden als snelle speedpunkers met billenkletsritmes en hoog singalong-gehalte. Met melodieën en een all-together-uitstraling die spontaan naar de fles Jack Daniels doet grijpen – voor de sissies een Guinness van het vat. Een soort van eigen Celtic folkvariant die graag compleet over de kop gaat. Getuige de titel van dit album die vijfentwintig bandjaren moet vieren. Feest. Alweer. Dus daar doet ‘Beer And Loathing’ gewoon een dikke schep bovenop. Met een soort van zuipende / kotsende Yeti op de voorkant.

En toch ... We noteren ditmaal iets meer seriousness. Meer zware gitaren en slepende momenten – hoewel ook nu de songs de drie minutengrens aardig respecteren. Zelfs een titeltrack die toch duidelijk refereert naar drank en alcohol, heeft eerder een soort van rechtdoor rammend punkrock-gehalte dan een echt laten-we-samen-drinken-volksgevoel. Het valt zelfs op dat de harmonieuze samenzang het in dit korte nummer laat afweten en dat de "lads" eerder als achtergrondzangers fungeren dan als meezingers.

De reden van die ernst? De Canadese bende die gekend werd door het (soms dubbele) doedelzakspel, heeft de bagpipes grotendeels gedemonteerd gelaten. En hoewel de credits van de twaalf deelnemende muzikanten ook ondermeer fluit, bouzouki of zelfs traditionele citer vermelden, is het folkgevoel op dit album een opvallende afwezige. Grappig trouwens hoe het kort afsluitende A Seafarer’s Return dit euvel tracht recht te zetten door wel rond zo’n trotse doedelzakmelodie te draaien.

Ergens ging het met vorige plaat ‘Two Devils Will Talk’ al die kant uit: meer ernst en zelfs een sinistere ondertoon. Die teneur zet zich nu voort. Zelfs een nummer als 36 Barrels houdt het opvallend nuchter. Maar in plaats van plat feestgedruis, krijg je wel een knaller van een rockanthem met killerriff. Dit is punkrock op topniveau, met veel speed en melodieuze kracht. Eentje die de andere goden van het Fat Wreck label plots van de troon tracht te stoten. Corona of niet. Onderdrukt feestgedruis of niet. Dit is gewoonweg The Real McKenzies 2.0. Klaar om een nieuwe kwarteeuw in te zetten.

25 september 2020
Johan Giglot