The Pilgrims - 6IX

Pias Records

6IX

In de negentiger jaren hadden The Pilgrims succes met vier albums en de singles White Men, Come Undone, Heaven en Can’t Resist. Daarna werd het noodgedwongen stil. Na een tussendoortje zijn ze nu echt terug.

'6IX' is het zesde album van The Pilgrims, de Zaanse rockband rond zanger-gitarist Reniet Vrieze. Toen gitarist Persijn Joling na ruim tien jaar bij de band werd getroffen door een hersenbloeding, werd het stil en richtte Vrieze zich op zijn RAW-studio in het Noord-Hollandse Zaandijk, enkele kleinere muzikale projecten en zijn gezin. We mogen dat gezin dankbaar zijn, want eenmaal jongvolwassen zeiden zijn dochters: “Ja maar pap, wij hebben jou nog nooit zien optreden.” Dat liet pap zich geen twee keer zeggen.

Samen met een grote groep nieuwe muzikanten maakte hij in 2017 het album 'PunkSoulRock’nRoll' met daarop vooral opnieuw opgenomen versies van oude nummers en een vijftal live opnames. En nu is er dan '6IX', geproducet door Reniet Vrieze zelf, samen met drummer Henri van Bergen, en mooi ruig gemixt door Emile den Tex. Veertien nieuwe rocksongs plus twee Otis Redding-covers - Ive Been Loving You Too Long en (Sitting On) The Dock Of The Bay - als bonustracks.

Laten we er geen doekjes om winden: The Pilgrims IS Reniet Vrieze, een zanger uit duizenden herkenbaar met een sensationeel Wilson Pickett-achtig stemgeluid. Vanaf het eerste nummer Happy, dat met een Tex-mex accordeondeuntje een gooi naar de hitlijsten doet, speelt de band in dienst van die stem. Je vraagt je al snel af hoe hij het volhoudt, al die rauwe energie. En of er na de zoveelste uithaal zo langzamerhand niet iets kapot is aan die stembanden. Maar nee, hij gromt, schreeuwt en raast maar door, alsof het hem geen enkele moeite kost.

Wij willen de muzikanten en zangeressen op dit album niet tekort doen - er wordt lekker gemusiceerd en het klinkt alsof alles in één take met een paar overdubs is opgenomen - maar zonder Reniet Vrieze zou het misschien niet eens zijn opgevallen. Hij tilt het geheel ver boven de middelmaat uit. Het geeft niet dat de meeste songs niet erg origineel klinken. Slechts sporadisch wijken ze af van de bekende paden, zoals in The Man With The Child In His Head, dat ritmisch prettig ontspoort.

Het geeft ook niet dat de wah-wah gitaarlicks geleend zijn van Jimi Hendrix en al die andere gitaarhelden. Het geeft niet dat de backingvocals regelmatig verzuipen in het moddervette bandgeluid. Het dondert ook niet dat de twee Otis Redding-songs tamelijk overbodige covers zijn. Het gaat op dit album om dat soulvolle stemgeluid, gedoopt in vitriool, geschuurd met de zwaarste korrel en afgedekt met een laag dampende teer. Alsof hij ergens in het diepste zuiden van Amerika op zijn veranda zit, langzaam schommelend met een lege fles whiskey naast zich, zijn leven vol ontberingen overziet en dan eindelijk zijn bloedend hart bij je uitstort, zo klinkt Reniet Vrieze. En je gelooft hem meteen. Met zon stemgeluid worden zelfs de in dit genre onvermijdelijke rockballads Everlasting en Coffin For My Daughter genietbaar.

Het hoogtepunt van het album ligt dan wat ons betreft al achter ons: het slepende For Elise, met een hoofdrol voor de slidegitaar, en Vrieze die ronkt en schreeuwt dat het een aard heeft. Het is bijna jammer dat de gitaarsolo het in de orgastische finale van hem overneemt. Maar hey, de man moet ook even op adem kunnen komen.

Aan cliches geen gebrek. Wij zeiden het al, maar daar wemelt het nu eenmaal van in de Amerikaanse rock. De fans van dit genre malen daar niet om. Ongetwijfeld zullen The Pilgrims de komende maanden nieuwe live successen vieren op de festivals en in de zalen. En dan maar hopen dat die stem het houdt. Vast wel!

6 maart 2020
Hans Croon