The Jesus And Mary Chain - Glasgow Eyes
Fuzz Club Records
Zeven jaar heeft The Jesus And Mary Chain ons op de kin laten kloppen. Maar nu Jim en William Reid officieel veertig jaar de wereld verduisteren met psychedelische waverock, mag 'Glasgow Eyes' toch eindelijk het licht zien En dat doen ze weer op geheel eigenwijze manier. Eentje die begint met enigszins fronsende wenkbrauwen, maar die toch langzaam, maar zeker opklimt richting enthousiasme, zelfs soms ietwat onderdrukte euforie.
Voorzichtige woorden dus. Ondanks de heerlijk luidruchtige en overdonderende live reputatie, hoeft The Jesus And Mary Chain anno 2014 immers niet meer te dreigen of in de duisternis te bezweren. Voor deze achtste studioplaat gingen de Schotse broertjes te rade bij inspiratiebronnen als Kraftwerk, muziek met zoete melodieën, gecontroleerde chaos en spontane jazzinvloeden (eigen woorden). Niet dat je veel jazz hoeft te verwachten, of Kraftwerk. En ook geen zoete melodieën in feite. Maar Jim zingt in een song als Mediterranean X Film zelf duidelijk: “Dark is dead”. En dan hoef je dus niet verbaasd te zijn dat JAMC zelfs met een stevig beatgedragen synthpopnummer afkomt in Discotheque, gelukkig nog steeds opgevuld met zwart en zwaar gestemd gitaarwerk.
De inhoud is anders en toch weer niet. Die donkere gitaargrooves, lichtneurotische, ontdubbelde stem en noisy distortionuitspattingen. Dat lome karakter van shoegaze. Het is net daardoor dat we eind jaren tachtig, begin negentig zo verliefd werden op deze band. Met Teenage Lust van op ‘Honey’s Dead’ als persoonlijke evergreensong. En die krijg je gelukkig op het dozijn nieuwe nummers ook regelmatig op je bord in een loom Pure Poor of in de knallende single Jamcod. Meer nog, dit album heeft zelfs een eigen, nieuwe Teenage Lust-vervanger: de instant classic The Eagles And The Beatles met niet enkel de pittige Wild Thing-riff, maar ook vol rock-’n-rollnostalgie (“I’ve been rolling with the Stones”).
Daartegenover moet je het dan weer wel stellen met opnieuw een spuuglelijke hoes, soms vreemde blingblingeffectjes of oppervlakkige songs als American Born (bewust plat uitgesproken als “American Boa”). Of met een album dat vurig begint met “I’m on fire / we can fuck on the table”, maar als een pudding inzakt richting een soort van verhakkelde Velvet Underground-ode als Hey Lou Reid. Of wat langdradige songs met een akoestische, repetitieve basis waar je bijna van gaat geeuwen.
Oh ja, deze plaat is op de oude manier opgenomen: “We duiken met wat ideetjes de studio in en zien wel wat er dan gebeurt”. En die studio bleek de befaamde Mogwai Castle Of Doom-studio in Glasgow. Een naam, die ook wel indrukwekkender klinkt dan dat hij er in het echt uitziet. We gaan het schip dus voorzichtig in het midden houden bij deze plaat, maar kijken wel reikhalzend uit naar de komende '40 Years Tour'.