The Dubbeez - Peace, Love & Dub

V2

Fris, multicultureel en dynamisch. Beste reggaevrienden, maak kennis met het Amsterdamse sextet The Dubbeez. Het bonte gezelschap rond ritmetandem Earl (drums) en zuster Olivia (bas) heeft zijn debuutplaat opgenomen in de legendarische Tuff Gong studio in Kingston. Als je dan met een titel als ‘Peace, Love And Dub’ afkomt, leg je meteen alle kaarten op tafel.

Peace, Love & Dub

Drie jaar lang bouwt dit tot zes muzikanten afgeslankte gezelschap aan een kanjer van een live reputatie, waarbij niet enkel alle Nederlandse concertzalen en middelgrote festivals voor de bijl moesten gaan, maar die zelfs leidde tot een award op de World Reggae Contest te Polen. Om maar te zeggen: The Dubbeez is een live bom. Grote uitdaging is dan om de energie, het warme reggaevuur ook op plaat vast te leggen; een stevige boterham die bij deze helaas niet geheel volgens de kunst gesmeerd is.

De sterke drum- en bassectie van The Dubbeez is duidelijk het kloppende hart van de band: strak, lekker rollend en permanent aanwezig. Mede dankzij de erg cleane productie van deze plaat, die details op synthesizer of uit de echokamer zelfs bewust lijkt te onderdrukken, staat de ritmiek van dit combo extra in de verf. Het zestal houdt duidelijk ook niet echt van muzikale franjes of virtuoze kronkels. De tien songs op dit album zitten lekker strak in het pak en vormen een keurig kader voor de zwoele soulzang van frontdame Joanne, die zich laat afwisselen met de hikkende toasts van Mc Quincy: een man/vrouw formule die zeker werkt.

Spijtig genoeg ondergraaft dat wel een beetje de diversiteit die op een reggaealbum erg welkom is. Uptempo ritmen, de permanentie van een typische afterbeat op het klavier en een zomerse melodie zijn constanten, net als die fijne zangformule. En ja, er zit een lekker gezapig Hammondmotiefje onder een track als Feelings en enkele zwoele bluesy gitaarlicks doorheen de song Rudeboy. Maar het ontbreekt toch vaak aan het aspect “dub” op dit album, de bandnaam ten spijt. En dan rekenen we de heerlijke instrumentals in de titeltrack aan het einde van de plaat even niet mee.

Dus ergens laten The Dubbeez ons wat op onze honger zitten en missen we wat passie, wat beweging, wat diepgang. ‘Peace, Love And Dub’ hobbelt lekker voort, maar benadert zeker niet de live spirit van de band. En dat valt zeker op in songs die op vijf tot zes minuten afklokken. De lat in reggaeland ligt nu eenmaal heel erg hoog, juist doordat het genre zo afgebakend is en weinig diversiteit toelaat. Fijn visitekaartje, dat zeker wel. Maar we wachten nog wat af tot The Dubbeez echt helemaal uit de kast komen.

18 maart 2018
Johan Giglot