The Claypool Lennon Delirium - The Monolith Of Phobos

Ato Records

Over een muzikale uitdaging gesproken!? De lichtelijk geniale/geschifte Primus-bassist en -frontman Les Claypool die samen met Sean Lennon (de zoon die muzikaal nooit echt van grond kwam) een plaat opneemt? Dat belooft een danig stukje funkrock versus jarenzestigpsychedelica te worden.

The Monolith Of Phobos

The Claypool Lennon Delirium heet u welkom in hun wervelend psychedelisch wereldje. Graag ontvangt het buitenaardse gezelschap u met hun vrienden Money Mark (Beck, Beastie Boys) op orgel en Paulo Baldi (Cake) op drums in een bont tafereel met elf compartimenten, waarbij het nuttigen van enige psylocibe-derivaten zeker geen slechte toevoeging zou vormen.

Niet mis te verstaan. Er is niet alleen misschien echt wel een monoliet te vinden op de tweede grootste maan van Mars, maar ook op muzikaal gebied is dit een album dat intrigeert en inspireert. Laten we al beginnen bij het begin: vreemd gebubbel en getokkel met scherende gitaarpartijen krijgt pas na anderhalve minuut enige vorm via een vage riff, hoge vrouwenzang en de mysterieuze, hakkende zang van Les Claypool. Met veel effectjes en tierlantijntjes groeit de openende titeltrack uit tot een introducerend verhaaltje in de vorm van een soort van heksenbezwering.

Vervolgens presenteert het duo een tiental grillige songs die bulken van de jarenzestigpsychedelica. De hoge Lennon-zang (ja, er is echt een gelijkenis), golvende Hammondorgeltjes, epische songstructuren met grillige bochten: alles wordt geleid door het virtuoze snaarspel van Claypool. Enige nieuwe ingrediënt is diens laag gestemd, grollend instrument en zijn typerend funky geslap.

Maar het duo springt voortdurend van de hak op de tak en lapt de conventionele regeltjes aan de laars. Krekels die een dodenmars op orgel inluiden? Een song als Cricket And The Genie: Pt.1, The Delirium die naadloos overgaat in een al even bizar Pt. 2, zodat het gerust om één track had kunnen gaan? Of luister eens naar het verhaaltje over Mr. Wright (“He’s trippin’, trippin’, trippin’ through the night  Trippin’ through the night, to ease his lustfull flight”)? Say no more.

Angst voor te veel drukte en opsmuk of om u te verliezen in eindeloos psychedelisch gemurmel is overbodig. Zowel humor – die gekke zeemansverhaaltjes van Les Claypool – als de lachwekkende muzikale frutsels die voortdurend opduiken, houden dit plaatje erg scherp. Meer nog, ze verbergen de vaak geniale virtuositeit die beide multi-instrumentalisten hier aan de dag leggen. En moest u er nog aan twijfelen: met een stukje wervelende sfeerambient zwaait deze plaat u met een glimlach uit: There’s No Underwear In Space.

26 augustus 2016
Johan Giglot