The Arch - VIII / XII

Wool-E-Discs

VIII / XII

Vrienden die muziek maken. Dat was het dertig jaar geleden voor The Arch. En dat is het nu nog. Tig platen verder in de brede wereld van gothic, wave, elektro, ebm en postpunk zwemt deze band nog steeds in de poel van de duistere underground. Een poel waar dit kwartet inmiddels als een blije vis in rondzwemt. Blij met een sinister kantje dan.

En dat valt te merken aan het album ‘VIII’ / ‘XII’ (het eerste slaat op de vinyl versie met acht tracks, het tweede voor de cd-versie met twaalf tracks): elke maand in het gezegende jaar 2018 brachten de heren een nieuwe, compleet afgewerkte track uit, mooi weergegeven als een soort van dierenriem op de cd. Een keiharde deadline die gelukkig kwaliteit niet de kop indrukte. Dankzij deze aanpak krijg je wel een plaat met veel diverse kanten, emoties en muzikale kaders, telkens opgebouwd rond de dan heersende gemoedsrust.

Opener en dancehit Blood Chrystals toont in elk geval al aan dat de band er helemaal klaar voor is. Ondanks de neerdrukkende, permanente synthesizergloom is deze uptempo song best pittig en vrij opgewekt. Een gevoel dat The Arch overigens over heel deze plaat wel wat uitstraalt, een soort van we-hebben-er-zin-in-emotie die onderhuids aanwezig is. Zelfs in een wat meer downtempo, heimelijk toefluisterend en van een duister toetsenmotief en Cure-gitaartje voorzien Phantom Chase waarin Mr. Pierre met zijn innerlijke gevoelens en relatie worstelt, krijgt daardoor wel wat punch.

Punch hoeft trouwens geen synoniem te zijn voor gladde, knallende vierkwartsbeats, wavesynth-tunetjes of militaristische ebm- basgrooves. Luister eens hoe Black Drains goochelt met tegendraatse ritmen en gitaar en toetsen, die daardoor cirkelen in een soort van morbide mantra: een knaller van een song vol verrassing en evolutie! Hetzelfde geldt voor het verhalende Cadaver Synod, een stukje darkpoppoetry tegen religieuze waanzin waarin Blaine L. Reininger van Tuxedomoon met dat hoge, expressieve vioolwerk en die groezelige stem even als vaandeldrager naar voren treedt.

Het zijn die meer introverte momenten waarin mysterie en duisternis elkaar omarmen en beats meer ruimte maken voor andere instrumentale invullingen, waar The Arch écht sterk uit de hoek komt. Welja, we hebben een boon voor het heerlijk theatrale Cocks Populi – een song waarin die laatste pianonoot mooi blijft nazinderen en pakweg Fields Of The Nephilim ook wel blijf mee zou weten. Maar dat is nu net de sterkte van ‘XII’. Binnen het rijk van wave- en gothrockbands waarin soms muzikaal erg nauw wordt gedacht, verkent dit kwartet alle hoeken. En dat geeft dit album niet enkel een grote diversiteit waardoor het dozijn atmosferische songs - dat perfect in een andere volgorde had kunnen staan - van A tot Z blijft boeien.

Dat maakt hen tegelijkertijd ook toegankelijk voor zowel pikzwarte fans als liefhebbers van elektronicarock hybride muziek. Het is NU dus tijd dat die laatste categorie The Arch uit de ondergrond sleurt. Iets wat onze Duitse of Engelse buren bijvoorbeeld al decennia lang gedaan hebben. Nog één laatste zetje? De band heeft van elke song ook een videoclip gemaakt, kwestie van de artistieke druk nog wat op te drijven. Check 'em.

13 juni 2020
Johan Giglot