The Antlers - Familiars

Transgressive

Aanvankelijk was er verwondering, daarna herkenning. Typisch The Antlers dus.

Familiars



Op zijn vorige platen werd zanger-gitarist Peter Silberman altijd persoonlijk. Op ‘Hospice’ bijvoorbeeld vergeleek hij zijn verhouding tot zijn lief met de verhouding van een verpleger tot een vrouwelijke patiënt met terminale beenkanker. Dat zou op deze plaat niet meer het geval zijn. We geloven hem op zijn woord, want de teksten zijn nog steeds behoorlijk cryptisch. Of wat dacht u van: “Paranoia backward whispering on my shoulder / Like a wasp is getting nervous, so if I shiver... man, it's over” (uit Doppelgänger).

Maar met wat uitleg van de man kan je er inderdaad wel een soort van gespleten persoonlijkheid in terugvinden. Op het hoger vermelde Doppelgänger bijvoorbeeld praat hij voortdurend tegen zijn spiegelbeeld. En wat hij ziet, is niet meteen aangenaam: “If you're quiet, you can hear the monster breathing”. Of in Director, waar hij uit zijn lichaam getreden lijkt te zijn: “I’m a director watching you rehearse”. Dat dubbele is een constante door zowat het hele album.

Muzikaal is er het typisch melancholische dat schuilt in de zachte drums, de trippelende piano, de zoete gitaar en de trompet van multi-instrumentalist Darby Cicci, die zowat op elke track zijn opwachting maakt. Jazz was voor deze plaat erg belangrijk. Dat blijkt uit zowat elk nummer. Nu eens is het de gitaar, die een soort van twangy bijkleur krijgt, dan weer is het de piano, die wegdwarrelt van het door de rest van de instrumenten vrijgemaakte pad. En de trompet, de toevoeging ten opzichte van vorige plaat, draagt daar alleen maar toe bij.

Als u nog referenties nodig hebt: bij Director ontkomen wij niet aan het orgel dat ook door Procol Harums klassieker Whiter Shade Of Pale dwaalt, zij het een stuk minder prominent. Want het moet de spokende stem van Silberman blijven, die de hoofdrol behoudt. Die stem durft op deze plaat trouwens een stuk lager te gaan dan we op vorige platen van hem gewend waren. Luister maar naar een nummer als Revisited, dat duidelijk (ook letterlijk) dieper gaat dan ooit tevoren.

Maar geen nood: zoals al aangegeven in de inleiding, het blijft wel degelijk The Antlers. Silberman verkent ook nu nog de hogere regionen met zijn stem (opener Palace bijvoorbeeld, die wel lijkt aan te sluiten op ‘Burst Apart’. De stem is er immers instant-herkenbaar en de trompet wordt voorzichtig opgevoerd, als om de fans niet meteen meteen te shockeren. Doorheen de plaat is ze steeds nadrukkelijker aanwezig.

‘Familiars’ is een dijk van een plaat, die wij om verschillende redenen (de variatie, de kracht, de pure schoonheid, …) al tot één van onze favorieten van dit jaar hebben gepromoveerd. Talloze keren al passeerde hij door huiskamer, auto of hoofdtelefoon en het album wint nog steeds aan kracht. Moordend mooi en dus helemaal The Antlers.

15 juni 2014
Patrick Van Gestel