Thanateros - Tranceforming
Echozone Records
Terug van nooit echt weggeweest: folkmetal. Of in het geval van het Duitse Thanateros: pagan metal. Met deze kanttekening dat dit kwartet zich niet zondigt aan metal met een goed verstopt stukje volks instrumentarium, maar permanent zowel de folkviool van Christof Uhlmann, traditionele bodhran-ritmen als rituele samenzang centraal zet.
En er zijn nog wel meer traditionele elementen op deze zevende studioplaat van de band, zoals doedelzak (Raise Your Voices), harp (I Hold You) of fluitspel op zowat de helft van het dozijn liedjes van dit album. Om maar niet te zeggen dat er een stevig Keltisch accentje aan ‘Tranceforming’ kleeft – tot tribal- en runetekeningen op het boekje toe.
Het album begint overigens ook met een anderhalve minuut Anfuhrung, ofte het aanbidden van de goden en natuurelementen, waarmee de meeste wiccarituelen aanvangen. Maar ook verder op deze plaat krijg je voortdurend tekstuele vereringen aan “The Horned One” of “Hagazussa” (het oud Germaans voor de opperheks) of de banshee van de menhircirkel van Kealkill.
Los van de rituele teksten en verheerlijkingen van heidense goden of natuurelementen, heeft Thanateros echter ook best wel feeling voor sterke en erg toegankelijke melodieën, en weet het zijn mooi opbouwende songs met vlotte en herkenbare thema’s en motiefjes aan te kleden. Dat maakt dat deze plaat een hoge toegankelijkheidsgraad heeft, zonder daarom het woord “populisme” in de mond te nemen. Je hoeft dus helemaal geen sjamaan te zijn om van deze muziek te kunnen genieten.
Dat ziet de band trouwens zelf ook prima in. Want ‘Tranceforming’ balanceert netjes tussen alle hokjes en nestjes in. De ene keer duik je samen met de grollende vedel van Uhlmann de Ierse pub in bij een Keltische singalong, de andere keer gaat de band voluit voor woeste partijen met een wall of sound van drum en gitaar of waait de powermetal je om de oren, terwijl de onheilspellend grollende opperheks en Thanateros-stichter Ben Richter je in de strofen als een heuse, overdonderende Sister Of Mercy verplettert.
U begrijpt het al. We gebruiken bij deze plaat graag superlatieven. Zoiets als “With nothing we came and with nothing we’ll go”, als een heuse singalong over de festivalweide, terwijl niemand echt meent wat de tekst vertelt. Leuk, toch?
Voor ons is het sowieso leuk. Want dit album van deze vier langharige Duitsers is vrolijk, volks, dansbaar en tegelijkertijd ook heerlijk stoer, samenhorig en metalliaans. Best of both worlds, en dat scoort altijd.
Mogen de goden over ons waken.