Tamino - Amir

Communion

Amir

In 1997 verdronk Jeff Buckley in de haven van Wolf River. Exact twintig jaar later won Tamino De Nieuwe Lichting. De nieuwe Jeff Buckley werd niet geboren, maar leek op aarde geteleporteerd.

De eerlijkheid gebiedt ons toe te geven dat dit eigenlijk al in 2016 gebeurde. Toen werd het nummer Habibi opgepikt door Radio 1 na een sessie met Het Zesde Metaal. Maar officieel werd de single wel pas uitgebracht in maart 2017.

De single waarmee alles begon en die ons de eerste keer werkelijk deed opveren, fungeert als opener, maar werd de afgelopen maanden zo kapot gespeeld dat je kan twijfelen of dat een goede zaak is. Iedereen is natuurlijk benieuwd of de lijn van de prima ep wordt doorgetrokken.

Vooraleer je dat ontdekt, moet je nog voorbij Sun May Shine, dat ook al op de ep van vorig jaar prijkte. Indigo Night en Cigar staan als ankerpunt in het midden. Daarvoor en daarna krijg je als fan gelukkig genoeg nieuwe songs, een achttal om precies te zijn.

Ondersteund door het Nagham Zikrayat, ofwel het Firka Orchestra, bestaande uit vooral muzikanten die als vluchteling uit Irak en Syrië ons land bereikten, maakt Tamino geen gekke bokkensprongen. Hij schildert nu eenmaal zijn songs in verschillende tonen grijs met toefjes zandkleuren uit Oosterse woestijnen, zoals hij ook al deed in al zijn singles.

En ook zijn geweldige stem klinkt bekend. Ze lijkt een beetje op die van Pieter Peirsman van Slow Pilot die ook zo hoog kan gaan, maar even goed diep en warm kan klinken. Maar toch heeft Tamino zijn eigen sound al ontwikkeld. Straf voor een eenentwintigjarige die twee jaar geleden zo maar uit het niets leek te verschijnen.

Uiteraard was dat niet zo. Gezegend met een pak goede genen van zijn vader en grootvader, maar vooral ook met steun en artistieke vrijheid van zijn moeder, ging Tamino al vroeg op zoek naar een evenwicht tussen zijn roots en zijn westerse invloeden. Ondersteund door de juiste mensen zoals producers Jo Francken en PJ Maertens vindt hij dat schijnbaar moeiteloos op dit debuut.

Enige minpuntje is dat er weinig afwisseling zit in de sfeer van de nummers. Vaak worden dezelfde bochten gelegd in de lenige stem en is het speuren naar leuke details in de arrangementen die de boel boeiend houden.

Die zijn er gelukkig in overvloed, gaande van spannende elektronica van Inne Eysermans, over spookachtige strijkers tot blazers vol warmte van de woestijnzon. In Cigar alleen al hoor je een fagot, trompetten en een hoorn, om maar een voorbeeld te geven. En welke andere eenentwintigjarige ken je die zoveel topsingles na elkaar afleverde?

De grootste verrassing komt met w.o.t.h. De song heeft een van de spannendste intro’s die we de laatste tijd hoorden en blijft onderhuids jachtig kronkelen onder Tamino’s doorleefde zanglijnen als was het een hongerige slang in het ondiepe water van een oase, wachtend op een dorstige passant.

Pas in afsluiter Persephone, waarschuwt Tamino “be wary of my river’s undertow”, maar tegen dan zijn we al lang meegesleurd en laten we ons nog graag een keer meedrijven, dit keer op de strijkers van Sun Sun Sun Orchestra.

Overwegend goede teksten, een eigen sound vol mooie arrangementen, een perfect uitgebalanceerd geluid en uiteindelijk ook die ene song die er echt uitschiet. Prima debuut dus.

19 oktober 2018
Marc Alenus