Sweeney - Corporeal

Sound In Silence

Corporeal

Jason Sweeney is terug. Al twintig jaar lang verwent hij de eindeloze vlaktes van de Zuid-Australische outback met dromerige soundscapes en ambientmuziek. Ditmaal trouwens voor de vijfde keer onder eigen naam (en bijvoorbeeld niet onder het parallel bestaande project Panoptique Electrical). En wie dacht meer van het (heerlijke) zelfde te krijgen, is er toch wel wat aan voor de moeite.

Sweeney heeft immers geïnvesteerd in stemopname-apparatuur zoals een Spirit Box, GhostTube-apps of andere vervormingstechnieken om de dromerige, filmische muziek vocaal te verrijken. Daarnaast heeft hij zich vanzelfsprekend ook toegelegd op het schrijven van poëtische teksten, al was het schrijven en opnemen (vaak in gesproken vorm) slechts een onderdeeltje van het knippen, plakken en in elkaar schuiven van het soms bizarre eindresultaat.

Die tekstuele basis is de man auditief gaan omkaderen met klanken uit oude platen, een basgitaar, een VoiceBox-pedaal, drummachines, een mengtafeltje met eigen effectvervorming en een mini-synthesizer. Dat alles ging door de blender van een Roland SP404A-sampler en here we are.

Om maar te zeggen dat het resultaat al even groots is als het voorafgaand proces. En dat de achttien (!) auditieve ervaringen op ‘Corporeal’ gerust mysterieus, sfeervol en dromerig mogen genoemd worden. Een beetje morbide en akelig zelfs. De hoofdtrack vertelt de luisteraar over de broosheid van het menselijk lichaam, dat na overlijden volledig ontbindt, op de beenstructuur na. Dus wie zijn wij dan in dit korte bestaan? En wat laten we wél achter in de schaduw van onze geesten? En voor wie? En hoe lang?

Deze plaat met als centrale thema “de realiteit en vergankelijkheid van het lichaam” (= ‘Corporeal) is dus zeker Sweeney next level. En misschien meteen ook het volgende level van het Griekse doe-het-zelf-label Sound In Silence, dat met deze cd-r aan release nummer honderdeneen zit. Zacht gesproken of hoog en broos ingezongen tegen een achtergrond van traag omwentelende halo’s: dat is zowat de constante beleving die je een dik uur lang meesleept. “How can I leave this behind / In the ghosts of my life?” Zoiets dus. Telkens met een gelijkaardige broosheid en een enigszins beverige ongerustheid ingezongen.

Dit album klinkt dan ook erg desolaat en afstandelijk. Soms zelfs een beetje akelig. Vooral als de achtergrond bestaat uit een beetje vage, verknipte industriële klanken (Paranormal At Birth) of onheilspellend doordravende floortoms (The Basement). ‘Corporeal’ kan je misschien nog best omschrijven als een soort van sacrale ambientplaat. Intrigerend, maar je moet er voor open staan.

6 juli 2023
Johan Giglot