SUUNS - The Witness

Joyful Noise Recordings

The Witness

Le voilà. De vijfde plaat van het tot trio gereduceerde, experimentele Canadese gezelschap SUUNS. Alsof het om een nieuwe start gaat, niet meer op label Secretly Canadian, maar op het breder experimenteel opererende Joyful Noise. Ditmaal als één lang klinkende soundtrack die zich spiegelt aan de indirecte effecten van een film: de rook, de spiegels, de lichteffecten die voor mysterie en omkadering zorgen.

En dat betekent in SUUNS-iaanse bewoording een soort van “less is more”-aanpak. Zweverige lofi psychedelica, waarin de rockharen en -gitaren zijn ingeruild voor een lome, jazzy sound. Onzekere synthesizertonen en grooves die knipogen naar krautrockexperimentalisme, donker gestemde klanken, door vocoder vervormde en vervaagde zang: van alles wat en niets van dat alles. Nooit komt de muziek op deze plaat echt naar de voorgrond.

Heel dit album lang blijft de band goochelen met muziek die het vooral moet hebben van ongrijpbaarheid of wegdraaiende klanken, dissonante drones en overtonen en een holle badkamergalm. Een erg teruggetrokken song als Timebender stelt het met een droge clapbeat, digitale vogelgeluidjes en een voorzichtig vibrerend orgeltje. Is het iets of is het niets? Je staat zelfs al vanaf de eerste noten van ‘The Witness’ op een fout been, wanneer het trio aanvangt met een wankel  progrocknummer waarin jazzy synths, ongestructureerde solo’s en eigenwijze vocale notenbalken onder een trage hartpulscadans in het ijle rondcirkelen. Na enkele minuten volgt een openbaring waarvan fans van pakweg King Crimson, Can of Jefferson Airplane zullen smullen.

Dat is misschien de grootste sterkte van deze SUUNS-creatie: songs als Witness Protection of C-Thru, waarin vierde bandlid en toetsenist Max Henry nog aan boord was,  breken halfweg lekker door en open met galmende stuiterdrums en een tweede versnelling van wauwelende gitaarriffs. En dan krijg je als luisteraar even een “Oh ja!” cadeau. Maar deze weirde plaat kent minstens evenveel vraagtekens. Zo wankelt een song als Go To My Head maar wat op een traag, mechanisch ritme zonder enig melodieus handvat. En hoe kan je in godsnaam in iemands hoofd kruipen, als dat compleet beneveld is?

Maar laat er gerust een breed publiek zijn voor wazige muziek of een album dat enkel zijn begin / einde kent door de mechanische krekels die erop tsjirpen. “Going out of their comfort zone shows SUUNS their most comfortable, candid state.” Het is maar hoe je het bekijkt. We gaan je de uitleg over collectieve getuigenissen en reflectie waarop de titel slaat besparen. Veel opheldering zal die toch niet schenken.

18 september 2021
Johan Giglot