Steve Earle & The Dukes - Ghosts Of West-Virginia

New West Records

Ghosts Of West-Virginia

Steve Earle houdt wel van muziek rond een thema. Ook deze keer is het weer een conceptplaat geworden. Het zou ons trouwens verwonderen als hij ondertussen nog niet bezig zou zijn met een volgende plaat over de troosteloze situatie in de VS.

Tot zolang doen wij het nochtans heel erg graag met 'Ghosts Of West-Virginia', waarvoor Steve Earle weer beroep deed op de aloude Dukes. Ons hoor je daar alvast niet over klagen. En hoewel we de gewoonte hebben om de persberichten van platenfirma's en andere promotiemachines te negeren, kunnen we hier niet anders dan het eens zijn met woorden als: “[Hier] levert hij een van de allerbeste albums uit zijn lange en rijke carrière af.”

Dat het thema van deze plaat de mijnramp van 2010 in West-Virginia is, hebt u misschien al ergens opgevangen. Het lijkt vreemd dat zoiets nog kan voorkomen in “moderne” tijden. Uberhaupt, maar met name in een land als de VS, waar je toch zou denken dat de veiligheidsmaatregelen op zijn minst degelijk zouden moeten zijn. Niet dus, want in Raleigh County kwamen negenentwintig mijnwerkers – Earle vermeldt elk van de namen in het rauwe It's About Blood – om het leven omdat Massey Energy, de mijnuitbaters, de veiligheid van ondergeschikt belang vonden.

Maar voor we onszelf verliezen in een uiteenzetting over de economie, die ook nu nog, in 2020, veel te vaak voorrang heeft op het leven, toch maar terugkeren naar het onderwerp alhier. Trouwens, Steve Earle staat er niet meteen om bekend om een blad voor de mond te nemen. En dat doet hij ook hier niet. Of zoals hij het in het eerder vermelde It's About Blood zegt: “Don't wanna hear about the state of the economy / Fiscal reality, profit and loss / None of that matters once you're underground anyway / Damn sure can't tell me nothin' 'bout cost”.

Muzikaal presenteert Earle, zoals op al zijn platen met The Dukes, weer een amalgaam van bluegrass, country(rock), gospel en folk. En de opener is al meteen een bijzonder krachtige binnenkomer. Heaven Ain't Goin' Nowhere wordt a capella gebracht in vraag-en-antwoord-stijl en krijgt je al meteen helemaal stil. Het deed ons enigszins denken aan Zeal & Ardors Devil Is Fine. In heel andere zin dan wel. Uiteindelijk is het een aloud recept, maar daarom hier niet minder indrukwekkend.

Deze plaat is meer dan een sociale aanklacht. Earle wilde de meer conservatieve Amerikanen aanspreken, zij die voor Trump stemmen. Het gaat hier dus niet enkel over wat er fout is gegaan bij die mijnexplosie, maar ook over de gevoelens van de mijnwerkers, hoe belangrijk zo'n mijn en het bijhorende werk voor hen is en hoe de situatie razendsnel verandert. Een nummer als Union, God And Country legt dat perfect uit. En hij heeft de muziek daaraan ook aangepast. Dat geldt misschien nog meer voor The Mine. Hoe belangrijk dat werk voor deze mensen is, wordt perfect uitgelegd in het gelijknamige liedje.

Het diepst gaat toch It's About Blood. In die mate dat ook de muziek daar nijdiger is, net als de tekst (zie ook hoger), maar aan de andere kant past dit perfect in het rijtje. Hier hoor je het potje van Earle stilaan overkoken. Het wordt hiermee meteen ook het beste nummer van de plaat.

Muzikaal heeft Steve Earle hier misschien geen potten gebroken. Niemand verwacht dat ook van hem. Hij heeft zich daarentegen wel erg ingeleefd in de onderwerpen van zijn songs. Net dat maakt dat deze plaat boven de middelmaat uit steekt. Net dat maakt dat je naar deze plaat luistert met je twee oren en je hart.

28 juni 2020
Patrick Van Gestel