Sleater-Kinney - No Cities To Love
Sub Pop Records
Je moet reünieplaten eigenlijk altijd met de nodige argwaan benaderen. Maar af en toe zit er zo eentje tussen waarvan je hart gaat springen, eentje die je terug in rock doet geloven.

Het zat er al even aan te komen. Sleater-Kinney deed al verrassingsoptredens tijdens concerten van Pearl Jam. Daarna werden er optredens aangekondigd en dan bleek er plots ook nog een reünieplaat in te zitten. Nochtans waren de dames ook los van elkaar best goed bezig. Neem bijvoorbeeld het krachtige Wild Flag van zangeres-gitariste Carrie Brownstein en drumster Janet Weiss, dat niet eens zo lang geleden op het voorplan trad. Maar het bloed spuit dus waar het niet stromen kan en Brownstein, Weiss en die andere gitariste, Corin Tucker, besloten om terug stroom te zetten op undergroundpareltje Sleater-Kinney.
Daar kan je zowaar niet rouwig om zijn. Niet alleen omdat ze met ‘Dig Me Out’ en ‘The Woods’ al prima platen maakten, maar vooral omdat dit ‘No Cities To Love’ gewoon een vers gekamde, harige okselplaat is geworden. Een ideale mix van tegendraadse postpunk gecombineerd met enkele, pure en lentefrisse rocksongs.
Als de luisteraar erop rekent dat het allemaal lekker binnenloopt, vergist hij zich. Opener Price Tag schopt meteen wild om zich heen, doet denken aan het hoogtepunt dat The Constantines met ‘Shine A Light’ bereikten en nooit meer evenaarden. Tucker die met haar gitaar de baslijnen gestaag en constant aanhoudt terwijl Brownstein haar gitaar de vrije loop laat. En Weiss ramt intussen het leven uit haar kit. Voeg daar nog die typische, door de gehaktmolen gehaalde vocalen bij en je krijgt een song als een kogel door je brein.
Maar Sleater-Kinney kan ook pure rocksongs schrijven, schrikt niet terug om wat melodie in een nummer te stoppen en komt dan uit bij No Cities To Love. Of meer nog, bij A New Wave, dat ongelooflijk aanstekelijk werkt, ook al laat Brownstein haar gitaar alle kanten van de kamer zien. Dan lijken ze meer terug te vallen op de latere ‘The Woods’-periode terwijl songs als Surface Envy meer naar de punky, bitsige Sleater-Kinney teruggrijpen.
In Bury Our Friends gaan de twee frontvrouwen samen voorop, vastbesloten om het niet zomaar op te geven. “We’re wild and weary but we won’t give in”, luidt het uit beider monden nadat ze elk apart hun zegje hebben kunnen doen. Het levert misschien wel één van de hoogtepunten op, ook al doet dat waarschijnlijk onrecht aan de andere songs.
Fade heet de afsluiter. Voor ons hoeft dat nog niet. Sleater-Kinney mag gerust nog even blijven surfen op deze tweede golf. En al helemaal als ze dit soort platen blijven maken.
Sleater-Kinney speelt op 21 maart in Trix.