Sebastien Brun - Ar Ker

Carton Records

Ar Ker

Een zoektocht doorheen onze groene webzoekmachines als daar zijn Ecosia levert bij zoeknaam Sebastien Brun heerlijk wazige informatie op. Als onderdeel van de zogenaamde Parijse COAX-coöperatieve, waarin artistieke kruisbestuivingen en spontane creatieve opwellingen een bredere voedingsbodem krijgen, is deze mathematische componist al in enkele gelegenheidsprojecten ondersteunend ritmische kracht. Met ‘Ar Ker’ sloot Brun zich in zijn eentje op in de mancave met drumstel, synth en tal van elektronische bewerkingsapparaten. Met dit bizarre plaatje als gevolg.

Seb Brun – voor de kenners – is een manusje van alles die dus al een tijdje aan het prullen is met vrije improvisatie, hedendaagse elektronica, wiskunde in muziek en de kruispunten tussen freedrumwerk en digitale manipulaties. Op zijn soloplaat neigt dat tot drieëndertig minuten mysterieuze, bevreemdende muziek. Een lange, in één take ingespeelde jam die nadien in acht tracks verknipt is, maar waarvan de grenzen niet hoorbaar zijn.

Aan te vangen met het minimalisme van een lange drone, een tokkelend metaalritme en handtroms, overstegen door de warme, onverstaanbare en penetrante falsetstem van Sebastien Brun zelve: warm en gemoedelijk, maar ook met onverstaanbare Creoolse woorden en traditioneel overkomende intonatie. Bij aanvang lijkt dit wel een zesentwintigsteëeuwse vorm van sjamanenindianenmuziek. Bezwerend en minimaal.

Songs vloeien als één natuurlijke beweging in elkaar over en gaan steeds meer groeien in kracht. Extra ritme-elementen als snaredrum treden bij. De zang ontdubbelt. Beats gaan als een hart sneller slaan. Echo’s treden bij. Gestaag maar zeker klimt de muzikant in de eigen trance. Tot in Ker – na een klein kwartier – de ritmecreatie plots instort tot chaotisch versnellende noise (die op zich ook weer een soort amorfe structuur lijkt te zoeken).

En zo raast heel ‘Ar Ker’ door. Als één groot, intens hoorspel van opbouwen en afbreken, van ritmes en herrie, van doezeligheid tot extase (en weer terug), van herhaling tot ongeduld. Als een lange jam. Een uitspatting van ongebreidelde creativiteit, waaraan ogenschijnlijk toch een schrijf- en componeerproces voorafging. Die na een woest ritmisch Koroll gelukkig enige tijd tot inkeer en bezinning mag komen. Met tribal drums en stoorzendergezoem. Alweer zo’n cocktail van wat-moet-ik-hier-nu-mee?

De stelling dat Brun het soms wat te bont maakt, is eerder magertjes. Dit is anarchie in zijn oervorm. Een gek-of-geniaal Dadaïsme waarvan critici en Kunstkenners met de grote K smullen. En toch in wezen niet meer dan een man, een klein drumsetje en wat digitale spulletjes, zoals je in de bovenbalk van zijn website op film kan zien. Voldoende om een onschuldige luisteraar gedurende een afsluitende track van negen repetitieve minuten het gekkenhuis in te meppen. “Music is physics”, is de favoriete lijfspreuk van deze Fransoos. Chocoladebavarois. Sorry, dat moest er ook even uit.

2 oktober 2020
Johan Giglot