Sebadoh - Defend Yourself

Domino Recording Company

Lou Barlow’s creativiteit gedijt uitstekend binnen een conflictmodel. Zijn beste songs kwamen voort uit hunker (Kath voor de vrouw waar hij later zou mee trouwen en waar hij onlangs van scheidde), agressie (Freed Pig) of ontevredenheid (Perverted World), vaak uit een combinatie van die drie. Barlow’s scheiding van Kath zou dus – o ironie - een geschikte voedingsbodem kunnen zijn voor een comeback plaat. Maar veertien jaar geen nieuw werk uitbrengen (op één ep na) is lang. De plooien met J. Mascis zijn grotendeels gladgestreken, Barlow zelf, (mede-) grondlegger van lo-fi, grunge en indierock is op zijn achtenveertigste niet meer de angry young man die Not a Friend en Skull schreef. Bovendien is de man naar verluidt – en we gunnen het hem ten zeerste, begrijp ons niet verkeerd -  al een jaar gelukkig met z’n nieuw lief. Het was dan ook gissen of Barlow’s schrijverschap ook in een rustiger, harmonieus en homogeen midden zou gedijen.

Defend Yourself



De plaat begint sterk. In I Will, zet Barlow ons tweeëndertig seconden lang op het verkeerde been met ijle countryfolk, alvorens het op een lopen te zetten. In volle vaart kijkt Barlow achterom: I Haven’t Changed maakt hij ons en zichzelf wijs, terwijl hij het verleden van zich af probeert te schudden. Het daaropvolgende Love You Here is al minder overtuigend. Barlow probeert zich als een method actor in te leven in z’n rol, maar hij lijkt er met z’n gedachten niet echt bij. De zang klinkt terloops, nadrukkelijk verstrooid, bijna. Af en toe legt Barlow zelfs een wat geforceerde vrolijkheid aan de dag. De songs én de zang op ‘Defend Yourself’ klinken vaak alsof Barlow aan iedereen wil laten horen dat hij het zich voortaan allemaal niet teveel meer gaat aantrekken.

Beat met krassende, nét niet ontstemde gitaren en een zware, catchy riff in het refrein kan ons wel meteen bekoren, maar dan wel met de volumeknop zo ver mogelijk naar rechts. Dat geldt ook voor titelsong Defend Yrself overigens.

Oxygen is verdienstelijk hupplende alt.pop op de wijze van R.E.M en ook Inquiry, dat ons wat aan het ruigste van The Del Fuegos doet denken, staat qua sound en opbouw met de beide voeten in de jaren ’90. Alleen is de ‘sense of urgency’ van toen er niet meer. Het is niet van moéten. Het probleem is niet dat Barlow niet geëvolueerd is. Integendeel, het omgekeerde is het geval: Barlow is een gescheiden man van middelbare leeftijd en niet meer de disfunctonele, door ontevredenheid gedreven tobber van toen. Hij maakt maakt zich soms zorgen over de kinderen (in State Of Mine), ja, maar de man wordt op z’n achtenveertigste niet meer gedefinieerd door z’n hunker frustratie om wat hij niet kan krijgen. In plaats van te weigeren zich neer te leggen bij het onontkoombare, neemt Barlow er afstand van.

Ook de samenwerking met Jason Loewenstein verloopt vrij harmonisch. De twee vullen elkaar haast onopvallend aan en de hun songs lopen naadloos in elkaar over. Anger is een energy, maar de jaren des onderscheids zijn gekomen en een mens moet ook niet overdrijven. Barlow heeft z’n portie wel gehad, maar blijft een uitstekend songschrijver – Dat blijkt uit Final Days en Can’t Depend, niet toevallig twee songs waarin Barlow wél smacht.

In z’n geheel voelt deze plaat aan alsof ze een nummer of drie te lang duurt, maar ze gooit in elk geval geen schaduw over ‘s mans oeuvre. ‘Defend Yourself’ is geen onmisbare plaat, maar zeker ook geen overbodige.

27 november 2013
Peter Lissens