Sanguine Hum - What We Ask Is Where We Begin

Esoteric Antenna

Terwijl wij ‘Now We Have Light’ verkozen tot het beste progressieve album van 2015, lag het verloren gewaande debuut ‘Songs For Days’ ergens in een kluis te sudderen. ‘What We Ask Is Where We Begin’ bundelt Sanguine Hums eerste, opvallend goede langspeler met nog wat lekkers uit hun vroege jaren.

What We Ask Is Where We Begin



Opgenomen in 2006, bleef ‘Songs For Days’ om diverse redenen buiten beeld. Ten eerste heette Sanguine Hum gewoon de Joff Winks Band, een naam die iedereen haatte – vooral Joff. Ten tweede werd het muziekstuk enthousiast onthaald door de groep, maar vond het eigenaardig genoeg geen platenlabel, zodat het een gesluierd leven leidde als digitale download.

Maar laat dit meteen duidelijk zijn: zowel de songwriting als de uitvoering halen een vlekkeloos niveau. Ofschoon geen meesterwerk als ‘The Weight Of The World’ of ‘Now We Have Light’, komt het even zelfzeker als Pallas uit het hoofd van Zeus ter wereld. We ontdekken de kiemen waaruit het vruchtbare zaad voortgekomen is, we horen waarom het kwartet uit Oxford in enkele worpen uitgegroeid is tot één van de grootste beloften in de progrock.

Op het eerste schijfje staat een nieuwe master van ‘Songs For Days’, dat door de band als ‘caleidoscopisch’ wordt omschreven. Het is inderdaad een bont allegaartje geworden, maar de kwaliteiten van de groep zijn hier al aanwezig met een vanzelfsprekendheid waar slechts weinig startende bands op kunnen bogen. Om de organische eenheid van de songs te versterken, wordt alles aan elkaar gelijmd door miniatuurtjes van filmisch aandoende ambient en instrumentale stukjes.

Vanaf de start bleek Sanguine Hum een outfit met ambities. In de intro van Milo hoort men duidelijk John McLaughlins Mahavishnu doorklinken. Maar het is met name de Canterbury prog waarvan het DNA in hen is gevaren. Het klinkt allemaal als muzikale acrobatiek: ‘Songs For Days’ is speels en licht, maar het grondplan verraadt een enorme vaardigheid en trefzekerheid. Ook de vergelijking met Steely Dan gaat soms op, zeker gezien de trouwe cover van Here at the Western World.

Niettemin leunt de groep rond Walter Becker en Donald Fagen meer bij de jazz aan; Sanguine Hum blijft rock. Zowat alles klinkt op steroïden: de belletjesballad Before We Bow Down, het zinderende Juniper, de oosterse mystiek van Hedonic Treadmill, het akelig actuele Ace Train (over een jongen die zich op de trein gedraagt als een terrorist). Thematisch is ‘Songs For Days’ een portrettenreeks over de kindertijd en het ontgroeien ervan; over de momenten die we over willen doen, maar die altijd net buiten ons bereik vallen.    

De tweede schijf is een lekkere graaimand met nieuw gemixte singles en b-kantjes, instrumentale stukken die de band speciaal voor deze release schreef, een eerste poging tot signatuursong (There’s No Hum), outtakes van de ‘Songs For Days’ sessies. Veruit het interessantst is de sectie ‘onuitgegeven muziek’, met het pastorale Apple Pie, het tv-gerelateerde Cartoon Friends en de progmetal van Double als uitschieters.

De huidige line-up is hier met Winks (zang/gitaar), Matt Baber (toetsen) en Brad Waissman (bas) al voor drie vierde ingevuld. Originele slagwerker Paul Mallyon zou achteraf verkassen naar Thieves’ Kitchen. Sindsdien zit Andrew Booker op de drumkruk.   

What We Ask Is Where We Begin. Waar begon het allemaal voor Sanguine Hum? De vraag is eindelijk beantwoord. En het antwoord is ons erg bevallen.

24 juli 2016
Christoph Lintermans