Sam Burton - Dear Departed

Partisan Records

Dear Departed

Met een titel als ‘Dear Departed’ verwacht je je niet meteen aan een springerige popplaat of een uit de speakers knallende heavy metalplaat. Wat het wel werd? Een echo van singer-songwriters uit de jaren zestig en zeventig uit Laurel Canyon.

Totaal onvoorbereid waren we. De kracht waarmee een eenvoudig liedje als Maria ons midscheeps raakte. Alsof iemand met een ganzenveer heel zachtjes onze oorlel streelde, waar aan het eind toch nog op een of andere manier een wild klapperende gans aan hing. Onze oren wisten niet wat er gebeurde. Dit klonk tegelijk zo zacht en krachtig dat we er maar niet genoeg van kregen. Toen al wisten we: dat tweede soloalbum van Sam Burton –  je kan hem kennen van folrockband Sylvie – wordt iets geweldigs. Onder de vleugels van Jonathan Wilson (die ook al werkte met Angel Olsen en Father John Misty) maakte deze man uit Utah een plaat zoals ze eigenlijk niet meer gemaakt worden.

Met zacht uitwaaierende strijkers, parels van pianoklanken en een zoete croonerstem ontroert hij zonder te vervallen in een suikerzoete retro pastiche. De plaat klinkt intiem en tijdloos, maar herbergt toch een zekere urgentie en intensiteit. Daarvoor bedient Burton zich niet van sarcasme in de teksten zoals FJM, noch van zelfbeklag, maar toch voel je dat hij veel te verwerken had.

Na het verschijnen van de debuutplaat in oktober 2020, keerde Burton terug van LA naar het platteland nabij Salt Lake City. Hij hielp er een vriend bij het heropbouwen van diens huis en bouwde tegelijk zijn eigen leven weer op. Van daar trok hij naar een hutje in Californië, waar hij zijn grootmoeder hielp op de boerderij. En pas dan, helemaal herboren, keerde hij terug naar L.A.

De schielijk overledene is dus de oude Burton, maar de plaat voelt niet aan als een klaagzang over wat verloren is, eerder als de verwondering van een kind dat met nieuwe ogen naar al het mooie van de wereld kijkt, als de verbazing van een man die de connectie tussen hemzelf en de wereld hervond na een pijnlijke, maar noodzakelijk transitieperiode.

In songs als Looking Back Again, Empty Handed en opener I Don’t Blame You zit pijn en eenzaamheid, maar tegelijk, door de pure schoonheid van de muziek, ook aanvaarding (“Maria, it will be alright”). In zekere zin kan je dus spreken van een coming-of-age-album, al is Burton al lang geen jonkie meer. “I took the long way around”, zingt Burton dan ook zelf in Long Way Around.

Waar hij nu is aangekomen, lijkt een goede plek te zijn. “I’m looking for a place to stay”, klinkt het in de afsluiter. “For a while”, voegt hij er wel aan toe. Wie weet waar de volgende plaat hem zal brengen dus, maar ondertussen zit hij goed in het gezelschap van Roy Orbison, Harry Nilsson, maar evengoed van Orville Peck en Father John Misty.

Op 6 september keert Sam Burton nog eens terug naar Brussel nadat hij eerder het voorprogramma verzorgde van Weyes Blood.

20 juli 2023
Marc Alenus