Ryan Martin - Wandercease

V2

Wandercease

Ryan Martin is overal thuis, zo lijkt hij te suggereren door de albumcover van zijn nieuwe album ‘Wandercease’ waar zijn bed op een strand staat.

Ryan Martin is niet de eerste die een bed op de cover van zijn album zet. Nog niet zo lang geleden deed ene Billie Eilish het ook al, maar de cover van dit ‘Wandercease’ straalt het tegenovergestelde uit van die van ‘When We Fall Asleep, Where Do We Go?’. Bij Eilish is de sfeer sinister, bij Martin is die warm en uitnodigend, net zoals die van ‘On The Beach’ van Neil Young, al noemde Rolling Stone Magazine dat album in 1974 “een van de meest wanhopige albums van het decennium”.

Dat zal over dit album van Ryan Martin nooit geschreven of gezegd worden. Zeker van de eerste helft van de plaat spat de vreugde vanaf. Wanneer Martin zijn dochter bezingt bijvoorbeeld in Father To Daughters, maar eigenlijk al vanaf de folkrocker en opener At Dusk, het soort van tijdloze song dat je meteen enthousiast maakt, ook al zit er een flinke portie banjo in – of net daarom natuurlijk, maar dat vult u zelf maar in.

En wat te denken van Coma Kiss, de eerste single die uit de plaat werd getrokken? Die song heeft echt alles: een knappe tekst, een onweerstaanbare groove, geweldige harmoniezang (net als in de opener) met Mikaela Davis, een geweldigde gitaarsolo en net genoeg koebel. Het mag duidelijk zijn dat Martins verhuis van het grootstedelijke New York naar de pastorale vallei van de Hudson de man deugd deed.

Eerder genoemde Mikaela Davis, is redelijk bepalend voor de plaat. De klasiek geschoolde harpist is over heel de plaat te horen op zowel haar instrument als op tweede stem. Zij strooit licht in alle hoeken, ook als de songs introspectiever worden zoals in de tweede helft.

Ook op de eerste helft staan er wel wat meer ingetogen songs. Een ervan is zelfs het absolute hoogtepunt van de plaat: Shame. We moeten hierbij onwillekeurig denken aan The Low Anthem omdat Martin hier hetzelfde stemregister opzoekt als Ben Knox Miller op ‘Oh My God, Charlie Darwin’. Fantastisch is ook de bariton sax die hier in mooi contrast staat met de pennywhistle en de lapsteel en gelukkig nog vaker opduikt, zoals in Father To Daughters.

U merkt het aan de gebruikte instrumenten: ‘Wandercease’ is een plaat waarin heel wat folkelementen opduiken. Maar toch is het geen pure folkplaat en ook zuivere Americana. Producer Kenny Siegal stopte er daarvoor net teveel popelementen in en daardoor verandert de plaat nogal eens van richting. Dat is hier echter geen bezwaar, eerder een troef.

Als op het eind de plaat te veel overhelt naar de donkere, introspectieve kant wordt dat pijnlijk duidelijk. Je zit reikhalzend uit te kijken naar een volgende songs als I Wanna Die of The Vulture, maar nee, die komen er niet meer, eens de gier gaan vliegen is. Het enige wat overblijft zijn trage songs die ons niet lang blijven boeien. De plaat is met zijn dertien tracks dan ook minstens twee songs te lang.

Desalniettemin biedt het vierde album van Ryan Martin heel veel plezier. Het is het soort tijdloos album dat een mooie glimlach op je vermoeide tronie kan toveren nu, maar ook nog over vele jaren van nu. Prachtige release dus van High Moon Records/ V2 Bertus.

24 oktober 2020
Marc Alenus