Rosa Anschütz - Votive

Quiet Love Records

Votive

Een werk van lange adem dat je naar lucht doet happen.

Een votief is een object dat bedoeld is als een offer. De transmediakunstenares Rosa Anschütz maakte er negen. En dan bedoelen we niet alleen de negen songs op dit debuutalbum, maar ook de negen keramiekbeeldjes die bij ze bij elk van de songs maakte. Deze plaat is dan ook het resultaat van drie jaar dagelijkse rituelen, die leidden tot bezwerende woordcollages bezegeld door elektronica. De basis werd gelegd met Anschütz’ zelfgebouwde modulaire synthesizer die ze omschrijft als een entiteit vol "perso-Quiet Lovenality" die reageert op haar stemming van de dag. Voor het glazuur zorgde producer Jan Wagner.

Afgaande op de plaat, is Anschütz geen vrolijk door de wei huppelend konijntje. Waar de teksten over gaan is niet meteen duidelijk, maar de sfeer is drukkend en religieus (ook al is ze blijkbaar agnosticus). De lyrics zijn zinnen zonder context, losse gedichten en dagboekachtige aantekeningen die ze de voorbije jaren verzamelde en die ze hier intuïtief combineert met modulaire soundscapes.

Anschütz pendelt heen en weer tussen geboortestad Berlijn en Wenen, waar ze studeert, en vanaf de sterke opener Out Of True roept ze een sfeer op die donkerder is dan die in de tv-serie ‘Babylon-Berlin’ en zwaarder dan de wolken rond een Oostenrijkse bergtop, zeker wanneer ze in het Duits zingt. Dat doet ze twee keer op het album: in Rausch Der Sinne en Zitterndes Wasser. Het eerste is het hoogtepunt van de plaat. Dit is verre van een neutrale luisterervaring. De vervormde stemmen en klanken lijken op een koortsdroom en de elektronica borrelt als een heksenbrouwsel. Dat laatste geldt zeker ook voor Zitterndes Wasser dat grotendeels instrumentaal is en waar slechts aan het eind ervan een kort gedicht zit.

Dat niet alles echt dichtgeplamuurd moest worden met dikke kleilagen van geluid, bewijst de hypnotiserende single Methane, een griezelig mantra over afstandelijkheid en het onvermogen om te voelen. Tenminste, zo voelen wij het toch aan door de spookachtige zang, de schurende synthlijnen en de apocalyptische drums die griezelig de stemming beheersen.

We happen regelmatig naar adem bij het luisteren en ook Anschütz zelf lijkt soms te snakken naar lucht. “How much air do I need to breath?”, vraagt ze zich af in Morph Me, een song die ze, naar verluidt, schreef tijdens een lange, geanimeerde reis met de trein en de veerboot, maar die ook weer lijkt te klinken vanuit een galmende galerij in een verlaten kathedraal.

Rosa Anschütz toont zich een meester in het neerleggen van een beklemmende sfeer. En dit is dan ook geen album waar je instant vrolijk van wordt. Maar ja, sommige mensen steken naalden in het lichaam om te genezen. Misschien is dit ook een weldoende therapie.

6 november 2020
Marc Alenus