Roosbeef - Kalf

Excelsior Records

Wie dacht dat Nederland op muzikaal vlak een dorre akker was, die ooit met de grootste moeite The Golden Earring en Doe Maar heeft doen ontkiemen maar sindsdien enkel Krezips en Abels kon voortbrengen, krijgt de laatste jaren lik op stuk.

Kalf



Na de West-Vlaamse invasie (Stijn Meuris vroeg zich onlangs nog terecht af of er nog een kassei, oud-wielrenner of ochtendlijk landschap is dat niet in het West-Vlaams is bezongen) lijken we nu ook onze noorderburen steeds meer te omarmen. Spinvis, Typhoon en De Jeugd Van Tegenwoordig zijn al min of meer gevestigde waarden. The Kik, Eefje De Visser en Lucky Fonz III timmeren nog naarstig aan de weg, maar verdienen zeker uw oor. En in die laatste categorie hoort ook Roosbeef thuis.

Op derde langspeler ‘Kalf’ laat Roos Rebergen gewoontegetrouw het achterste van haar tong zien. In de coulissen waart steeds de schim van een (ex-?) geliefde rond, die ze telkens weer aantrekt en afstoot. Enerzijds is hij degene die haar in bedwang probeert te houden, terwijl zij wenst dat hij er soms niet was, zoals in Controleer Mij. Maar een nummer verder is ze dan weer bezorgd als een moeder (Ik Wil Je Dragen), in Gedachten woont hij in haar dromen, en in de intieme afsluiter Voor Colin projecteert ze hun toekomst samen op oude koppels die ze in het voorbijgaan treffen.

Die laatste twee nummers worden haast onhoorbaar gefluisterd over een minimale begeleiding – een fel contrast met de poppy single Kalf en het stormende Und Man Liebt So Viel. Welke stemming Roos ook wil overbrengen op de luisteraar, ze wordt daarin steeds vakkundig ondersteund door haar welbespraakte band (met onder anderen Tom Pintens en Tijs Delbeke in de gelederen).

‘Kalf’ is een verzameling liedjes die wispelturig lijkt als het weer hier in de Lage Landen, maar waarin telkens weer enkele constanten doorschemeren: een kinderlijk naïeve oprechtheid, bijvoorbeeld, die maakt dat de luisteraar zich soms voelt als iemand die een dagboek heeft gevonden en opengeslagen, en er heimelijk niet genoeg van kan krijgen; een lichtvoetige speelsheid ook, die ervoor zorgt dat de melancholischer nummers toch niet zwaarmoedig worden.

Hoog tijd dus dat u deze Nederlandse woordsmid een kans geeft. Tenzij u zo welgemanierd bent om niet in andermans dagboeken te lezen, natuurlijk.

23 februari 2015
Andreas Hooftman