Rhob Cunningham - Onward, Leaf

Eigen beheer

Onward, Leaf

In iets meer dan een decennium liet hij al tien albums los op de mensheid. Hij deelde het podium al met Joan Baez, Lisa Hannigan en James Vincent McMorrow, tourde met Villagers, Alela Diane, Josh T Pearson en Wallis Bird en toch is de kans groot dat je nog nooit van de man hoorde.

Rhob Cunningham is dan ook een artiest pur sang. Hij nam de albums op in thuisland Ierland, maar evengoed in Berlijn, Parijs, Tenessee en Wenen. Overal waar hij zijn hoed legt, is hij thuis, maar evengoed nergens. Aan sociale media doet hij niet (meer) en wie de website bezoekt, krijgt een hoogst eigenaardige blik op het ontstaan van de nieuwe plaat.

Hij legt verbanden met de Franse wiskundige Benoît Mandelbrot, de Amerikaanse natuurkundige en Nobelprijswinnaar Richard Feynman, de reden waarom de bladeren van de hulst bovenaan minder puntig zijn en een kastanjeboom, die hem terugvoert naar zijn tijd in Parijs, toen hij daar gepofte kastanjes at en met een vriend een museum bezocht en danig onder de indruk raakte van een bloederige scene op een schilderij.

Dat hij iets met bomen heeft, blijkt ook uit het artwork van de Ierse artiest Oisin Roche op de cover, maar ook andere natuurfenomenen dragen zijn interesse weg. Via links brengt hij je naar Murlough Bay, artikels over fotosynthese, Jellyfish Lake, fotonische energie en natuurlijke verdedigingsmechanismen van planten. Ook die bijzondere diersoort, de mens, inspireert en intrigeert hem.

Op zijn beurt intrigeert hij ons en niet in het minst door de muziek. Wat hij aanvangt met de traditional The Wind That Shakes The Barley, is op zijn minst ongewoon te noemen. In dit nummer, dat de plaat afsluit, zingt hij a capella met zijn hoogste kopstem. Hij haalt die ook al eens eerder op de plaat boven (op By You en Different Tomorrow), maar hier klinkt hij wel als een zangeres op een straathoek van het geliefde Dublin.

Maar laat dit u vooral niet afschrikken en begin bij het begin: de geweldige opener What I Wouldn’t Pay, waarin hij laat horen wat een geweldig talent hij is. Ja, hij begeleidt zichzelf enkel op akoestische gitaar, maar hij is duidelijk geen singer-songwriter van twaalf in een dozijn. Hij kiest verrassende noten en akkoorden en breekt de song te vroeg af, maar toch weet hij zich meteen in je brein vast te zetten.

Traditioneler klinkt Sir Roger, een ode aan Roger Casement, een Iers dichter, patriot, revolutionair en nationalist, maar met Wither On The Vine, waarin ene Thomas trombone komt spelen, laat hij weer een glimp van dat geniale talent horen. De trombone is trouwens het enige andere instrument dat op de plaat te horen is. Het mag een hoofdrol spelen in Move en Find A Light.

Op Oddswise laat de globetrotter iets van een Afrikaanse invloed horen en ook op The Divided en (Wake With A) Different Smile laat hij de creativiteit de vrije loop. Het maakt het de luisteraar er niet altijd gemakkelijker op om mee te zijn met de bokkensprongen die hij maakt, maar na een paar luisterbeurten voelen de songs aan als leuke, zij het ietwat bijzondere, vertrouwde vrienden.

“I can do foolish / I can be a fool”, zingt Cunningham zelf in The Leaf. En zoveel zelfkennis siert elke man, maar zou hij ook weten hoe geniaal hij uit de hoek kan komen?

26 maart 2022
Marc Alenus