Red Hot Chili Peppers - The Getaway

Warner Bros Records

Niet rond de pot draaien. De chili’s van Anthony Kiedis en co zijn al een tijdlang niet meer zo "hot". De blanke funkjunkies van weleer zijn gehaaide poptrendsetters geworden, waardoor de laatste albums van de Red Hot Chili Peppers zo mak als lammetjes werden. Maar kijk, voor hun elfde plaat hebben de heren niemand minder dan producer Danger Mouse onder de arm genomen. Tijd voor een nieuwe wind.

The Getaway



En die wind waait en draait. Want nooit klonk een album van de Red Hot Chili Peppers zo vol, kleurrijk en diep. Elektronische lagen, backing vocals, gedubde gitaareffectjes,… De puzzel past wonderwel in elkaar. Wie zocht naar een knaller: vergeet het. Pompende Danger Mouse-beats of zinderende subbassen? Vergeet het. De gladde pop is nog steeds het hoofdingrediënt; vaak soft, soms wat spitser. Zo mag er bij momenten als single Dark Necessities toch weer een lekkere funkgroove opduiken of in Go Robot een swingende handclap en hipshake. Deze welkome momenten mogen naar het einde van ‘The Getaway’ zelfs meer en meer toenemen!

Toegegeven, in een slepend liefdesnummer als The Longuest Wave krijgt dat hoog, pingelend gitaartje weer de hoofdrol, samen met Kiedis' vervelende ik-ben-de-ideale-schoonzoon-stem. Een mooi, openbrekend refrein verhindert niet dat het nummer kleeft als zoete stroop; tot en met het haperende slotakkoord. En ook toegegeven, stilaan mag iemand eens gaan vertellen dat de heren Peppers nooit echt uitblonken in het schrijven van sterke nummers sinds ze afstapten van de heilige wet van een sterke basisriff. Om van de kleffe teksten maar gewoon te zwijgen.

Maar het zijn die elektronische details, dat breed ruimtelijke geluid, die rondtollende effecten die zelfs even knipogen naar het interstellaire stelsel die dit album echt leuk opfrissen. En daar zit mixer Nigel Godrich, de knoppendraaier van Radiohead, dan weer voor iets tussen. Ambientpiano? Check. Melancholische trompet? Check. In combinatie met vijf van de dertien tracks die wel de vette groove hebben (Red Hot Chili Peppers goes Duran Duran, iemand?), klinkt dit album toch opvallend zomers en frivool.

Wat verder moet gezegd worden: ‘The Getaway’ is een groeiplaat. En dat is ook ondertussen weer een decennia of twee geleden, gezien de opvolgers van ‘Blood Sugar Sex Magik’ vooral groeiden in zeurderigheid. En dat heeft misschien te maken met die overvloed aan klankjes en sonische details, die een luisteraar herhaaldelijk laten speuren en nieuwe dingen ontdekken zodat liedjes zich ook effectief kunnen vastklampen. Of gewoonweg aan het feit dat de luisteraar meer en meer gaat grijpen naar die sterke riffs en, tijdens wauwelende zeursongs als Sick Love, gewoon even koffie gaat zetten.

Tijd voor een eindverdict. In plaat van dat de Red Hot Chili Peppers overwegen om eindelijk nog wat extra tatoeages te zetten of opnieuw zo goed als naakt het podium te beklimmen en af te breken, is het kwartet nog gladder geworden dan voorheen. Enkel blijkt dat nu niet zo’n probleem. Fans moeten gewoonweg het verleden durven loslaten en open staan voor een totaal nieuwe band, eentje die plots een wippende Beatlespiano in zijn songs durft te steken of niet aarzelt om prille achtergrondzangeressen binnen te laten glijden; of die met het bijna afsluitende The Hunter plots durven uitpakken met één van de beste slows uit hun carrière. Niet nadenken, gewoon laten toekomen. Anthony, Flea, Josh, Chad, goed bezig.

29 juni 2016
Johan Giglot