Quinn Sullivan - Salvation

Mascot Label

Salvation

Op ‘Salvation’ probeert de Amerikaanse zanger-gitarist Quinn Sullivan de plotse dood van zijn moeder te verwerken en een plaats te geven. Het levert een opvallend levenslustige en gevarieerde plaat op, die bruist van het spelplezier.

Hij is nog maar vijfentwintig, maar toch heeft Quinn Sullivan als muzikant al behoorlijk wat jaren op de teller. Hij kreeg zijn eerste gitaar, toen hij amper drie was, en op zijn zesde al was hij te gast in de druk bekeken talkshow van Ellen DeGeneres. Daar verklaarde hij een heuse Beatles-fan te zijn om vervolgens een nagenoeg vlekkeloze versie neer te zetten van Twist And Shout. Iedereen die het zag, was het er roerend over eens: dit was meer dan zomaar schattig en aandoenlijk; deze jongen kon echt spelen.

Toen hij acht was, ontmoette hij Buddy Guy en vanaf dan ging de bal echt aan het rollen. Buddy Guy nodigde Sullivan niet alleen een paar keer uit op het podium, later nam hij hem zelfs mee op tournee en bracht hij hem in contact met andere grote namen uit de blues en de rock. Zo speelde de prille tiener al samen met Carlos Santana en met The Roots, en werd hij door Eric Clapton uitgenodigd op diens Crossroads Guitar Festival. Maar hét hoogtepunt volgde ongetwijfeld op zijn negende, toen hij mocht aantreden naast B.B. King. De blueslegende was dermate onder de indruk dat hij Sullivan prompt Lucille – zijn even legendarische Gibsongitaar – in de handen duwde.

‘Salvation’ is de vijfde plaat die verschijnt met Sullivans naam erop, maar u weet hoe dat gaat met wonderkinderen en andere minderjarige talenten: die eerste platen worden vooral in elkaar gezet door ervaren muzikanten en liedjesschrijvers in functie van de zang en het gitaarspel van de knaap. Pas voor vierde plaat, ‘Wide Awake (‘21), werd Sullivan meer dan alleen maar de vertolker van andermans creaties en schreef hij met de hulp van Oliver Leiber, zoon van dé Jerry Leiber, zelf alle songs.

Voor ‘Salvation’ sloeg Sullivan de handen in elkaar met John Fields en Kevin Bowe. Producer en multi-instrumentalist Fields zat eerder al aan de knoppen bij popacts als P!ink, Miley Cyrus en Anastacia, maar ook bij punk-, postpunk- en rockbands als The Dollyrots, The Shackletons en Soul Asylum. Bowe werkte in het verleden al eens samen met andere, piepjonge bluesartiesten als Shannon Curfman en Jonny Lang, maar maakte toch vooral naam als (co-)auteur van hits voor Etta James, Joe Cocker, Kenny Wayne Shepherd en Lynyrd Skynyrd.

Waarschijnlijk zal Quinn Sullivan voor altijd geassocieerd worden met de grootheden met wie hij in het verleden samenspeelde. Natuurlijk zijn de bluesy riffs, licks en grooves ook op ‘Salvation’ niet van de lucht, maar ze staan hier wel steeds ten dienste van de songs. Bovendien wil de jonge Amerikaan met deze plaat bewijzen dat hij meer in de vingers heeft dan alleen maar blues en bluesrock. Hij is tenslotte nog altijd Beatles-fan en groeide thuis op met de uitgebreide collectie klassieke rockplaten van zijn vader, die zelf lange tijd drummer is geweest in een Grateful Dead-tributeband.

Nochtans opent de plaat met Dark Love, Salvation (Make Me Wanna Pray), Rise Up Children en Don’t Wanna Die Today, vier gedreven en gepolijste, moderne bluesrocksongs die net als I Can’t Stay (You Can’t Go), even verder op de plaat, ongetwijfeld in de smaak zullen vallen bij de fans van Kenny Wayne Shepherd, John Mayer en wijlen Jeff Healey. “Proper gedaan en best aanstekelijk,” mompelden we bij een eerste luisterbeurt, maar echt verrassend? Nee, dat nu ook weer niet.

Waarna we onverhoeds toch van de sokken werden geblazen door track nummer vijf. Het machtige Once Upon A Lie, het eerste echte hoogtepunt van de plaat, is een met soul doordrenkte popsong, die meer doet denken aan het interessantere werk van Justin Timberlake en als uitsmijter twee geweldige, mooi in elkaar overlopende, jazzy gitaarsolo’s meekrijgt. Nog dansbaarder is het funky Nothing Gonna Change My Mind, waarin een wah-wah-gitaar en blazers de boventoon voeren en de song richting Jamiroquai duwen. Tijdens het gezapige, op een Latin-ritme voortdobberende Leave No Love Behind krijgen we zelfs heel even een visioen van Mark Knopfler op een zadelkruk.

Better In Love is een r&b-ballad die weliswaar wordt opgesmukt met een paar bluesy riedels, maar vooral laat horen dat Sullivan behalve een fantastische gitarist ook een uitstekend zanger is met best een zuiver en breed stembereik. Datzelfde geldt voor Eyes On Me (dat qua sfeer en arrangement een klein beetje weg heeft van Easy van The Commodores) en voor het erg Beatlesque Half My Heart. Dat laatste sluit de plaat eigenlijk af, al volgt er nog een soortement bisnummer met een vurige live versie van Eyesight To The Blind, een ‘blues evergreen’ van Sonny Boy Williamson II.

Vernieuwend en origineel is het niet wat Quinn Sullivan brengt op ‘Salvation’, maar het zit wel allemaal heel erg goed in elkaar en het wordt met veel kunde en enthousiasme gebracht. Bluespuristen zullen wellicht raar opkijken bij (en de neus ophalen voor) de helft van de liedjes op deze gevarieerde plaat, ons maakt ‘Salvation’ alleen maar nog nieuwsgieriger naar de volgende etappe van Sullivans muzikale reis.

15 juli 2024
Marc Goossens