.Que - And Inside

Sound In Silence

And Inside

Specialistenvoer van specialistenlabels, daar smullen we van! We stellen jullie bij deze graag de nieuwe plaat van [.que] aka de Japanse multi-instrumentalist Nao Kakimoto voor. Aan deze kant van de oceaan geheel onbekend, maar in de underground van Tokyo doen zijn soundscapes, filmscores, muziek voor tv-commercials en muziektentoonstellingen de ronde. ‘And Inside’ is een beperkt verkrijgbaar, elfde hoofdstuk in 's mans breed muzikaal cv.

“Beperkt verkrijgbaar”, wil zeggen dat Grieks independent ambient- en sfeermuzieklabel weer driehonderd handgemaakte cd-r’s op de markt gooit. Nu nog tweehonderdnegenennegentig dus. In alle eerlijkheid: dit soort wereldwijd opererende, kwalitatieve nichelabels weten vaak serieus goed de vinger aan de pols te houden: een kleine oproep tussen de lijntjes om zeker te abonneren op hun bandcamp-account.

Op ‘And Inside’ schippert de Japanner [.que] tussen folktronica en postrock. Denk aan een amorf geheel van doezelsynths, gitaarglitches of pianomotieven en schuifel- of clickbeats. Denk aan de betere tijden van het Morr-label, bands als The Album Leaf of zelfs Stars Of The Lid, moest het u wat zeggen. Dromerig en divers. En met een liefdevolle eenvoud die tien tracks lang blijft gelden, maar ook blijft verwonderen. Geen complexe structuren of ingewikkelde melodieën. Wel een mooie cocktail van enkele ingrediënten die samensmelten tot fraaie sfeermuziek.

En dat gaat van soms heel eenvoudig (Nothing is niet meer dan een enkel pianomotief met zachte sfeersynths) tot in vier dimensies gelaagd. Van filmisch tot geavanceerd. Hoewel de aanpak elke keer verschilt, houdt Kakimoto keer op keer een goede balans tussen ingespeelde structuren en elektronische bewerking. In een romantische, neoklassieke pianopromenade als Inside zorgen een donkerblauwe elektronische achtergrond en schuifelbeats bijvoorbeeld voor dat hedendaags accentje. In Sepia komt de man aandraven met heerlijk zinderende flangergitaren en een zeldzame keer mag er zelfs een stukje vervormde stem bij van Kana Wakareno, al dient die ook eerder als extra droomaccent.

En zo is [.que] keer op keer anders, maar toch ook een beetje hetzelfde. Er hangt een gelijke aanpak en sfeer over deze plaat. Maar er is van de andere kant ook weinig samenhang tussen de tien muzikale bijdragen. Niet dat dit overigens een probleem is. Verwacht gewoon niet van je stoel geblazen te worden, wel een fijne gemoedsplaat die zeker een plaatsje in uw al brede collectie verdient.

30 augustus 2020
Johan Giglot