Quanah Parker - Suite Degli Animali Fantastici
MP & Records
Wie de naam Quanah Parker googelt, komt terecht bij een leider van de Comanche-indianen uit de negentiende eeuw. Van rebellenleider schopte hij het tot staatsman; is het zijn aan de blanken aangeboden vredespijp die Riccardo Scivales inspireerde tot de bandnaam? We hebben er geen idee van, maar Quanah Parker moet nu op de tong liggen van elke liefhebber van toetsengeoriënteerde symfo. Want het tweede album ‘Suite Degli Animali Fantastici’ is een parel.
Omdat Scivales de luisteraar naar verre werelden wil lokken, dient From Distant Lands als ouverture. Symfonische gitaar en zang klinken als echo’s uit een parallel universum, terwijl toetsen en percussie het speelveld inkleuren. Wie er klaar voor is, kan de Suite Degli Animali Fantastici aanvatten, een odyssee langs een galerij van fantasierijke dieren.
De aanpak doet denken aan wat het Spaanse Kotebel deed op ‘Ouroboros’ (2009). Ook de groep rond Scivales gebruikt een origineel kleurenpalet om de meest groteske, voorhistorische monsters en fantasiedieren te schilderen. In het dromerige Risveglio Onirico spoelen we als het ware aan op een onbekend eiland. De muziek temporiseert in Danza di un mattino: op een ochtend begint een zintuiglijke illusie extatisch te dansen. Als de avond valt, dreigt een onzichtbaar beest de idylle te verstoren in Interludio Notturno.
De lucht klaart op in D'j' Vu Fantastico, dat je meeneemt naar een mythisch verleden waar fabeldieren als sfinxen, centauren en chimaeren hun oorsprong vinden. Nog mysterieuzer wordt het in het aquatische Cantico Marino, als vocalist Elisabetta Montino ons doet geloven dat we de adem en de stem van dolfijnen kunnen horen. Bizar is ook het vele vormen aannemende monster uit Animale Multiforme, dat met een slag van zijn staart een heuse regenboog tovert. Je moet het horen om het te geloven. In Ritorno alla Mente keren we terug naar de realiteit, maar iets uit deze droom blijft overeind waardoor de luisteraar/dromer met een vernieuwd bewustzijn in de wereld staat.
Zelfs wie niet overtuigd meegaat in deze filosofische bespiegelingen – fantasiedieren fungeren uiteindelijk als metaforen voor onze eigen levensloop – zal genieten van het verfijnde ensemblespel dat steeds in dienst staat van de heldere verteltrant. Scivales’ spelstijl leunt aan bij het beste solowerk van Rick Wakeman.
De drie laatste nummers lijken wel bonustracks, maar vooral Death Of A Deer laat zich dankzij de wervelende hoekdelen niet als dusdanig afserveren. Montino geeft hier een stem aan een opgejaagd hert. Minder beklijvend is A Big Francesco, een ode aan een (ook letterlijk) groot man: de in 2014 overleden zanger Franceso Di Giacomo van het legendarische Banco. Make Me Smile geeft het album een jazzy slotakkoord.
Alleen al de Suite Degli Animali Fantastici rechtvaardigt de blinde aanschaf van dit schijfje. En nu snel kennismaken met het debuut ‘Quanah!’ (2012).