Pumarosa - The Witch

Fiction Records

Is er nog iemand die om meer vrouwen smeekt op concertpodia? Wel, Isabel Munoz-Newsome van Pumarosa blijkt sterker dan menig testosteronvat. En dat treft, want de zangeres trekt dapper ten strijde tegen het patriarchale overwicht in muziek en maatschappij.

The Witch

Midden november 2015 werden wij betoverd door een nieuwe, muzikale priesteres. De ons onbekende band Pumarosa bracht met Priestess een debuutsingle uit van meer dan zeven minuten; voor ons meteen één van de hoogtepunten van dat jaar.

Er volgde een ep-tje in 2016 en elke single van dit Londens collectief kon op onze goedkeuring rekenen. Het is dan ook met zweterige oren dat wij zaten te wachten op een eerste, volledige album. Zouden Munoz-Newsome en haar mannen een volledige langspeler lang kunnen boeien?

Die vraag was eigenlijk overbodig. Wie singles kan maken van ongewoon lange duur (het kortste nummer rondt nog altijd de kaap van de vier minuten) en ons telkens weer in een trance weet te brengen, kan dat ook een hele plaat lang. Bovendien slaagt Pumarosa erin nog een paar onbekende kantjes van zichzelf te leren kennen.

We kenden al het psychedelische spacerockdancekantje, maar nieuwe single Lion’s Den, het titelnummer en Red voegen daar nog ongekende dimensies aan toe. We horen krautrock en triphop, funk, een vleugje Siouxsie en een klad Radiohead, maar telkens op een onverwacht moment. En telkens volgt er een onverwachte gitaarexplosie of een verrassende saxofoonsolo.

Opener en eerdere single Dragonfly toont meteen wat dit Londense collectief in de mars heeft: bezwerende en tegelijk verleidelijke zang drijvend op muziek die experimenteel klinkt, maar toch altijd een poppy element bevat en vooral veel drama. “Slide out of your skin and let me in,” zingt Munoz-Newsome en dat hoeft ze geen twee keer te vragen.

Honey kennen we al langer en was één van die songs die de hype rond de band aanwakkerden. Helemaal terecht, want de bijtende tekst in combinatie met de gruizige gitaren katapulteren je helemaal terug naar de tijd van Skeletal Family zonder daarom net zo gedateerd te gaan klinken. 

The Witch lijkt het huwelijk van iets van Toyah Willcox met iets van Massive Attack terwijl Lion’s Den start als een naakte pianoballad met een kreunende zangeres in de hoofdrol, maar traag aanzwelt om uit te monden in een verscheurende klaagzang met dreinende gitaren en een wanhopig schreeuwende sax. 

Veel lichter van toon is My Gruesome Loving Friend met die springerige synthgeluidjes en het snellere tempo. Met Red voegt de band zowaar een scheut funk toe en Hollywood drijft op jazzy percussie. Barefoot boeit tot de laatste noot. Elk detail zit perfect op zijn plaats tot en in afsluiter Snake dansen de heksen nog een laatste keer rond de ketel.

Dit is een fluim in het gezicht van al wie dacht dat alles al eens eerder werd gedaan. Ja, dit is een cocktail met bekende ingrediënten, maar dan zo gemixt dat het toch weer nieuw is. Dit is een geweldige debuutplaat. Nu nog een optreden op Belgische bodem. De Nederlanders werden al drie keer bediend. Wij nog maar één keer.

22 juni 2017
Marc Alenus