Porcupine Tree - Closure/Continuation

Music For Nations

Closure/Continuation

Er is een nieuwe dag aangebroken voor Porcupine Tree. ‘Closure/Continuation’ is het eerste album van de band in dertien jaar en de anticipatie was enorm. Het bewijs? Een nummer-één-notering in Nederland en Duitsland, nummer twee in de UK. Is dit het einde van het verhaal of de start van een nieuw hoofdstuk? Wie zal het zeggen? Feit is dat ‘C/C’ hoge toppen scheert.

 

In de jaren zeventig pakten vingervlugge bands als Rush, Yes en King Crimson, maar ook Steely Dan uit met een sound die hun virtuositeit alle eer aandeed. Vandaag kun je spreken van een "Nieuwe Virtuositeit", die ook nu samengaat met een lak aan genres en heel wat muzikanten telt onder de fans. Snarky Puppy, Vulfpeck en Dirty Loops, om er maar een paar te noemen, omarmen hun kunnen (en de bovenmenselijke drummers) en gooien hoge ogen op YouTube en Instagram. Met een sessie in de Londense Air Studios laat ook het nieuwe Porcupine Tree zien wat het in de mars heeft. Hint: veel.

Nochtans heeft Porcupine Tree, nu een trio, maar één volbloed virtuoos in de rangen en dat is drummer Gavin Harrison. Het voorbije decennium was hij niet verwonderlijk één van de motors achter het druk toerende King Crimson.

Richard Barbieri profileert zich al sinds eind de seventies – toen bij glamband Japan – als prins van de atmosferische synth en electronica. Eerder als leerling van meester Eno dan van Wakeman. Steven Wilson, ten slotte, is een meesterlijk producer en songschrijver en weet heel precies te benutten wat hij kan op gitaar  – zij het met een soort van zelfverzekerde zelfonderschatting. Op ‘C/C’ neemt hij trouwens ook de bas voor zijn rekening.

Die bas plant het eerste statement van de plaat neer met snaren als hoogspanningskabels. Bewust of onbewust zet Wilson zich zo af tegen de afgeronde klank van Colin Edwin, die niet werd opgetrommeld voor dit project. Na een snelle fill van Harrison zijn we vertrokken voor acht minuten Harridan. Een comeback van formaat vol vocale uithalen en uitgesproken melodische contrasten. Een gestroomlijnde parade van wisselende maatsoorten ook. 

Ook in het verraderlijk simpele Of The New Day, een ballad met een stevige break, is het van dat. Voor wie mathematisch nieuwsgierig is: er zit 4/4 in, maar ook 3/4, 5/4, 6/4 en 11/4. Nog meer hogere wiskunde in de metalintro van Rats Return, een dystopie met cameo’s voor gespuis als Pinochet. Later zetten Herd Culling – dat met zijn onraad-op-ons-erf-regels knipoogt naar Neil Youngs Powderfinger – en Walk The Plank de ingeslagen weg van Rats Return knarsetandend verder. Gewaagd materiaal voor een nummer-één-plaat, zoveel is zeker.

Dignity, opnieuw een klepper van acht minuten, lijkt de blauwdruk van Of The New Day over te nemen. Deze keer met stemmenecho’s die helemaal teruggaan tot Russia On Ice (van ‘Lightbulb Sun’, 2000). De drums nemen hier plaats op de achterbank. Vooraan zitten het mooie programmingwerk van Barbieri en Wilsons vertrouwd klinkende gitaren. Heel knap zijn de baspartij die vrij spel krijgt en de venijnige staart van de song.

Met het epische nummer Chimera’s Wreck heeft Porcupine Tree een eigen Natural Science (Rush, ‘Permanent Waves’) te pakken. Een bochtig en “progtig" stuk dat de knuppel op het laatst van de plaat nog in het hoenderhok gooit. Zie ook Fracture van King Crimson, Take The Veil Cerpin Taxt van The Mars Volta, Heart Of The Sunrise van Yes, A Man. A Plan. A Canal. Panama van The Fall of Troy en The Last Baron van Mastodon.

Toch valt het doek nog niet. De deluxe- en streamingedities hebben nog drie extra nummers, waardoor het Porcupine-trio trakteert op maar liefst vijfenvijftig minuten nieuwe muziek. Die drie bonusnummers staan als een huis: de gespierde instrumental Population Three, de openbloeiende pianoballad-met-xylofoon Never Have en het mooi mijmerende Love In The Past Tense

Slotsom? ‘C/C’ laat een ijzersterk Porcupine Tree horen. Niet radicaal vernieuwend, maar vertrouwd en tegelijk tastend naar nieuw terrein. Virtuoos, maar evenwichtig. Zou het toeval zijn dat het hoesontwerp met het witte vlak refereert aan ’The Next Day’, waarmee Bowie de comeback maakte in 2013? Wij gokken dat Wilson, Barbieri en Harrison al broeden op een ‘Blackstar’.

9 juli 2022
Fabian Desmicht