Pigs In Blue Glue - Anger All

Wittewijk Records

Anger All

Wat is dat toch met dat altijd tegendraads zijn van die ouwe punkers? Veertig jaar - jawel, u leest het goed: 40 jaar! - duurde het voor Pigs In Blue Glue de debuutplaat uitbrachten. Daar kunnen die van Emerson, Lake en Palmer nog een puntje aan zuigen. Dus hebben ze ook enkele maanden op een recensie moeten wachten. Eigen schuld, dikke bult.

Na een bewogen geschiedenis bestaan Pigs In Blue Glue hedentendage uit Reinhart Van Praet (aka Reinzwein) en Marc Vranken (aka Marx BlueGlue). De bloedbroeders groeiden op in de “witte wijk” van Londerzeel op luttele meters van elkaar. Veertig jaar later is die afstand opgelopen tot meer dan tweeduizend kilometer: Marx resideert namelijk reeds geruime tijd in warmere oorden, waar ook Sinterklaas de thuisbasis heeft. Toch vinden ze elkaar op muzikaal gebied nog blindelings en via de wonderen der digitale snelweg is afstand van geen tel meer. De ene keer zorgt Reinzwein voor een tekst waarrond Marx dan de nodige muziek drapeert, dan weer levert Marc wat gitaarrifjes waarvoor Reinhart dan de nodige vocale begeleiding voorziet. In het najaar van 2023 werd ‘Anger All’ (eindelijk) boven de doopvont gehouden.

Tegendraads zijn, deel twee: je zou verwachten dat een roedel jonge wolven begin jaren tachtig van vorige eeuw de logische evolutie van punk naar postpunk zouden volgen. Maar dat is buiten de Zwijnen gerekend. Die begonnen als postpunk-groepeke om nadien, naar eigen zeggen, punk te gaan spelen. Dat leren we toch van de vinylversie van de plaat. Twaalf songs mooi verdeeld over de A-kant (The Postpunk Years) die de periode 1981-1982 bestrijkt, en de B-kant (The Punk Years) die 1983-1984 omvat. Op de cd-versie is er iets meer plaats en die heeft daardoor achttien songs op de tracklist.

Maar als vinyl-junkie gaan we eerst voor het zwarte goud dat rondjes draait op de platenspeler. En dat begint al goed met Identi-fight (lees “identified”) een “Gang Of Four verbroedert met Killing Joke”-anthem over politiecontroles waarop de punks begin jaren tachtig overvloedig getrakteerd werden. Vraag maar eens aan De Brassers (Kontrole) hoe dat in die tijd ging. Het nummer had ooit, zovele jaren geleden, een single moeten worden, maar het kwam er echter niet van.

Decay smijt zich in de coldwave-slipstream, waar het fijne maatjes vindt bij Siglo XX en andere Joy Divisions. Ook tekstgewijs met zinsneden als: “No future left, no answer right”. In Burn botsen de Zwijnen dan weer op het lijf van The Sound meets The Cure (of zoiets). Het klinkt in ieder geval veel opener, bijna poppy zelfs, dan de tekst met een Franse tongval laat vermoeden. Opvolger Desert Room heeft dan weer de computers van Kraftwerk gepikt, waarna zich donkere gitaren wentelen om de grafstem van Reinzwein. Gothic rock, waarin Bauhaus zich zou kunnen thuisvoelen.

Genoeg doemdenkerij. Laat het feestje beginnen met wat Gang Of Four-gitaartjes en een pompende funky bass die ons naar de dansvloer sleuren. Marx smokkelt ook nog gauw enige dubby melodica in System om de ledematen helemaal niet meer onder controle te hebben. Dansen is imperatief. Afsluiter van kant één Plan 2 lonkt met de Duitse lyrics wel heel opzichtig naar Die Neue Deutsche Welle uit de grauwe Duitse underground begin jaren tachtig. Laten we nu net grote fans zijn van Malaria!, Xmal Deutschland en Deutsch-Amerikanische Freundschaft. De jaren tachtig waren prachtig!

Laat die vuile punk nu maar komen. Kant twee van de plaat begint rondjes op de pick-up te draaien met het groepsstatement Pigs In Blue Glue. Lekker jekkerende punkrock met een punky reggae-injectie. Belsen Was A Gas van de Sex Pistols krijgt een Zwijnen-neefje met Belsen Smell, waarin de beroepsgroep van politici een giftige sneer krijgen: “Belgium Smell, a bloody, fucking, dirty smell”. Freddies B&B drijft lekker een eind weg met een sixtiespunk-Revillos-orgeltje, vergezeld van snerpende gitaren. Het kan soms druk worden in je hoofd. En soms wil je aan jezelf ontkomen.

It’s A Spoil is dan weer getoonzette chaos, waarbij sirenes klinken als koperblazers. De bas krijgt de hoofdrol in Don’t Push Me en herbergt een fijne saxofoon, die hommage brengt aan het blaaswerk van Lora Logic bij X-Ray Spex. Maar het donkerste nummer moet nog volgen met ‘T Spoor: donkere zelfmoordgedachten gedragen door zware (dub)reggae met op “da bass” Fil Aux aka Phil IJzerdraad (né Fil Van der Auwera) die ook aan de bassnaren plukte bij Nacht Und Nebel. LKJ in Vlaanderen. Punk en rastafari: één strijd! Wanneer de naald het gaatje nadert en ze genadeloos de uitloopgroef teistert, blijven we nog even na-skanken.

Na enige tijd vinden we toch de zinnen terug om ook het blinkende schijfje, dat in de volksmond cd genoemd wordt, in de daartoe voorzien afspeelapparatuur te mikken. Nog meer lekkers met herwerkingen en hommages aan helden uit het verleden, als daar zijn The Sky Is Blue Again van The Ex, Damaged Goods van Gang of Four en Requiem van Killing Joke. En nog meer spacy dubreggae met De Oneindigheid (Het Spoor Pt​.​2).

Resten nog twee bijna industrial DIY-remakes van Desert Room en System, inclusief wekkers die door de mixer worden gehaald. Remakes? Of toch de originele versies? (Antwoorden op een gele briefkaart aan de redactie) Hidden track Hanx is een kort maar krachtig bedankje voor de fans die het via een crowdfundingcampagne mogelijk maakten om deze muziek tot bij ons te brengen (en we kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het ook een knipoog is naar de “Hanx” waarmee Stiff Little Fingers de concerten afsloten).

Single Propaganda​/​Alphaman liet ons onlangs zien dat het geen veertig jaar moet duren voor je nieuw werk kan uitbrengen. Op naar méér Pigs In Blue Glue, want “old punx never die”. De Bompa Punk in ons, “Wat minder haar, even grote smoel” (B.A. - 1991), kan haast niet wachten.

7 april 2024
Patrick Van den Troost