Perfume Genius - Too Bright

Matador Records

Na twee albums die het uiterste vergden op emotioneel vlak leek het onmogelijk dat Mike Hadreas die tour de force nog eens kon herhalen. Wel, om het met de titelsong te zeggen: “I Decline” (Ik ga niet akkoord).

Too Bright



Hadreas lapt het hem namelijk weer. In amper drieëndertig minuten tijd dompelt hij je weer onder in zijn angsten, zijn diepste gevoelens en het cynisme dat hij waarschijnlijk nodig heeft om te overleven.

Wie na ‘Learning’ en ‘Put Your Back N 2 it’ wat uitgekeken was op de formule “zanger begeleid door piano of gitaar”, weet sinds single Queen dat Hadreas deze keer zijn geluid openstelde voor lome drums, bliepjes en buzz-geluiden. Het levert een plaat op met de kracht van een wervelwind, die in een keer komaf maakt met de oude Perfume Genius.

Medeverantwoordelijk voor het nieuwe geluid is Adrian Hutley van Portishead, die zijn batterij aan elektronica aansprak en met zowel synths als analoge apparatuur de songs meer diepte gaf. Ook John Parish (PJ Harvey) speelt mee op een paar tracks. Niet toevallg, want Hadreas wou op zoek naar de PJ Harvey in zichzelf.

In zijn teksten begeeft Hadreas zich nog altijd graag op gevaarlijk terrein. In voornoemde single waarschuwt hij de mensheid voor zichzelf: “No family is save when I sashay”, betekent zoveel als: “Geen gezin is veilig als ik voorbij kom wandelen als een typische nicht”.

En in het midden van de plaat klinkt het in My Body: “I wear my body like a rotting peach / You can have it if you handle the stink / I’m as open as a gutted pig.” En De song eindigt ook met gegil dat, indien het niet zo menselijk klonk, van een bang big kon komen.

De song staat in schril contrast met de twee meer “ouderwetse” Perfume Genius-songs die er rond staan: No Good en Don’t Let Them In  en ook de titelsong en het afsluitende All Along klinken eerder als "de oude Perfume Genius".

Maar verder gaat Hadreas diep, heel diep. In de tweede single uit het album Grid keert het gegil terug en laat Utley zijn synths diep grommen terwijl zweepslagen klinken. Het monster uit de diepte is wakker en Hadreas wil het temmen. Sjamanen en heksen lijken zich bij hem te voegen, maar ongerustheid is zeker op zijn plaats.

Dat geldt ook voor Longpig waarvan de titel een term is die op sommige eilanden in de Stille Zuidzee werd gebruikt om mensenvlees (voor consumptie) aan te duiden. Verdere uitleg over de sfeer van de song lijkt overbodig. Zet je tanden er maar in!

Het mag duidelijk zijn. Perfume Genius verrijkte op geniale wijze zijn geluid zonder zichzelf te verliezen in een overdaad aan loos experiment. Het levert een van de albums van het jaar op. Punt.

22 september 2014
Marc Alenus