Perfect Beings - Vier

InsideOut Music

Vier

Als we de personeelswissels in rekening brengen, dan mogen we Perfect Beings stilaan een klassieke progrockgroep noemen. Na twee ronduit schitterende platen in eigen beheer (hier en hier) en de zoektocht naar een nieuwe ritmesectie brengt InsideOut Records het derde album ‘Vier’ (sic!) uit. Het is de bevestiging van de Amerikanen voor een groter publiek.

 

Hoe was het ook alweer? Na een initiële ontmoeting met zanger Ryan Hurtgen in zijn huisstudio My Sonic Temple besloot Johannes Luley dat Perfect Beings de voortzetting werd van ééndagsvlieg Moth Vellum. Nog vóór ‘Vier’ in een mal kon gegoten worden, verlieten bassist Chris Tristram en drummer  Dicki Fliszar het schip. Ben Levin nam plaats achter de kit, maar toen de deal met InsideOut (en dus Sony) beklonken was, moest die alweer baan ruimen voor drumfenomeen Sean Reinert. Ondertussen had Luley naast de gitaren ook de basverplichtingen op zich genomen (en heeft ze onlangs weer afgestaan aan Jason Lobell).

Als een grote vis door platenbaas Thomas Waber binnengehaald, gaat men zeker niet op zijn lauweren rusten. Opnieuw worden invloeden van de classic prog era volledig naar eigen hand gezet en aangevuld met moderne accenten. Het raamwerk waarbinnen de suspense wordt opgebouwd, bestaat uit vier meerdelige composities met doorwerkende sequenties.

De Andersoniaanse vocalen (het leidmotief “Enter the center, the center, the center”) en close harmony sturen Guedra in de richting van hogere sferen (A New Pyramid). Het ensemblespel dipt zijn tenen in de vijver van seventies jazzrock, wat onderweg culmineert in een hommage aan ‘Relayer’, tot men de bocht neemt naar ‘Abbey Road’.

The Golden Arc opent met een expositie die wel een passage lijkt uit een orkestsuite van Ravel met een oosters klinkende doorwerking. Dan neemt de groep het over en weeft een harmonisch web dat oplost in een Floydiaanse atmosfeer; Luleys gitaar bootst hier erg goed Gilmour na. Ten slotte sluit het web zich weer rond de zanglijn. For A Pound Of Flesh aan het eind van de regenboog, klinkt het eventjes cynisch – alsof Roger Waters over de schouder meekijkt.

Met Vibrational gaat co-producer Jesse Nason verder de mystieke toer op. Als toetsenist leidt hij hier de mise-en-place en knipoogt naar Shine On You Crazy Diamond. Een muzikale exploratie van de rol van religies groeit uit tot een symbiose van elektrorock genre Anathema en aan Steve Howe en Gilmour schatplichtig gitaarspel. Soms ligt wijdlopigheid op de loer, maar vooraleer je daar erg in hebt, is er weer een bladzijde omgeslagen in dit vergulde sprookjesboek.

De crossover-aanpak herkennen we ook in Anunnaki, en het is te danken aan Luleys productietalent dat de diversiteit hier nergens uit de bocht vliegt. Knap ook hoe het initiële leidmotief uit Guedra hier achteloos weer opduikt, als het sluiten van een cyclus.

Op ‘Vier’ heeft men het klankpalet verder uitgebreid met hout- en koperblazers, en Max Kaplan (klarinet en sax) verdient eigenlijk een credit als volwaardig bandlid. Typisch Perfect Beings blijven de onderhuidse spanning en de ten top gedreven dynamiek tussen de zeer diverse passages, met Hurtgens luchthartige zang als bindmiddel. Perfect Beings heeft duidelijk risico’s genomen en gewonnen, en het zal ons benieuwen waar deze band vervolgens naartoe gaat.

25 juli 2018
Christoph Lintermans