Per Wiberg - Head Without Eyes

Despotz Records

Head Without Eyes

Al meer dan dertig jaar maakt de Zweedse multi-instrumentalist Per Wiberg "heavy music" bij Death Organ, Spiritual Beggars, Opeth, Kamchatka en King Hobo. Gemakshalve laten we de talloze guest appearances achterwege of de lijst zou heel dit artikel in beslag nemen. Voor zijn solodebuut treedt hij buiten zijn comfortzone en geeft hij "heavy" de betekenis die we kennen van Marissa Nadler, Droneflower en zelfs Louise Lemón: sombere lyrics, donkere sferen, repetitieve, bezwerende ritmes en harde, kille piano-/keyboardklanken. Dit allemaal gekruid met geluidseffecten die zo uit één of andere horrorfreakshow geplukt lijken.

 

Per Wiberg neemt zowel zang als alle andere instrumenten voor zijn rekening met uitzondering van drums. Hiervoor doet hij beroep op Karl Daniel Lidén (Demon Cleaner, Dozer, Greenleaf) en Lars Sköld (Tiamat, Avatarium). Dat hij niet echt een begenadigd zanger is, dat weten we. Dus houdt hij het vrij sober en gebruikt meermaals erg passend de spoken-wordmethode. 

'Head Without Eyes' bulkt van de contrasten. Let the Water Take Me Home gaat nog vrij rustig en groovend van start. Maar met Anywhere The Blood Flows doet hij de gothic- en industrialelementen van Sisters Of Mercy en Killing Joke, gespeeld door 16 Horsepower, herleven. Wat een schitterende drive heeft dit nummer! Het duurt jammer genoeg wel minstens de helft te lang en wordt saai na zesenhalve minuut.

Voor Pass On The Fear moet je zijn: experimenteel, humeurig, claustrofobisch... de perfecte soundtrack bij 'American Horror Story'. Hélemaal ons ding dus. Get Your Boots On klinkt hierna eerder gewoontjes, ook al is het een sterk nummer met best wat vaart erin. Opnieuw hoor je invloeden van de Sisters met een Americana-spin door 16 Horsepower.

Zijn doomachtergrond speelt Wiberg volledig uit in het monolithische, sinistere Pile Of Nothing, waarin hij perfect de ijle stem van Billie Lindahl (Promise And The Monster) uitspeelt in het refrein. Het contrast met Fader kan niet groter zijn. Zo lijken de eerste ingetogen en sobere minuten gebaseerd op die vertelstem en diepe keyboardakkoorden. Tot na zesenhalve minuut het geweld losbarst en de vervormde gitaren en galopperende drums het overnemen. 

Meneer Wiberg bewandelt inderdaad geen platgetreden paden met dit album. Wat ons betreft mag hij  op deze manier blijven experimenteren. Tussendoor levert hij dan maar met King Hobo ('Mauga' verschijnt op 31 mei) af wat de meesten van hem verwachten.

Deze recensie verscheen ook op Brothers In Raw.

19 mei 2019
John Van de Mergel