PCNW - Domisoldo

Sing my Title

Domisoldo

Het zijn donkere tijden. En neen, dan doelen we voor een keer niet op die verdomde pandemie die ons al meer dan een jaar in een a-culturele wurggreep houdt, maar op de groten uit onze jeugd die ons stilaan ontvallen.

Drie jaar geleden bespraken we op deze pagina’s ‘Vampire With A Tan’ van Willy Willy, de legendarische gitarist van The Scabs en Vaya Con Dios. Het werd zijn laatste en dat was verwacht. Hetzelfde kan je zeggen van dit ‘Domisoldo’ van die andere oerrocker Paul Couter. Hij leefde nog compromislozer het rock-‘n-rollbestaan en werd ondanks Tjens Couter en TC Matic nooit rijk van zijn muziek, maar musiceren deed deze bohémien wel. Tot in de palliatieve afdeling van het ziekenhuis in Gent toe.

Daar blikte hij dit laatste deel van de triptiek ‘A Yellow Tape Recording’ in, een drieluik dat startte in 2015 onder die titel (genoemd naar de Yellow Tape Studio van Peter Van de Veire) en een jaar later al aangevuld werd met ‘Paspeur’. Op ‘Domisoldo’ staan de laatste noten die PCNW zal zingen en spelen. Beetje simpele titel voor iemands laatste muzikale ademstoot, maar dat is ook het enige puntje van kritiek dat u van ons zal horen.

En nee, dat is niet uit piëteit of erbarmen. We zouden geen lap tegen de oren riskeren van een man als Couter, die met Top Of The Slide nog eens gemene blues speelt zoals alleen zwarte medemensen in de Mississippidelta, die een hard leven hebben geleid, dat normaal gezien geloofwaardig kunnen. Een hard leven had Paul Couter ook. Al in de jaren zeventig, toen hij zelf nog maar pas de blues ontdekte, was hij al een lone wolf en later zou hij verklaren dat hij oud was geboren en jong zou sterven.

Hij heeft het uiteindelijk nog lang genoeg volgehouden om die albumtrilogie te vervolledigen. Tweeënzeventig is hij nu en kanker heeft zijn tanden diep in zijn lichaam gezet, maar zijn gitaar klinkt nog altijd als vloeibaar metaal en zijn stem heeft dezelfde rasp als die van muzikale spitsbroeder Arno.

Omringd door vrienden op onder andere sax, klarinet, banjo en drums brengt hij dit keer slechts zes songs, maar ze rondden allemaal, op één uitzondering na, de kaap van de vijf minuten. De meesten zijn eerder ingetogen van aard, maar Because trekt de plaat toch vlot op gang op het ritme van een stoomtrein. Aan wie hij deze song opdraagt, is enkel door ingewijden geweten, maar het is een mooi afscheidscadeau van iemand die nochtans ook beweert altijd alleen te zijn geweest in deze wereld.

Birds en de titeltrack zijn sterk introspectief van aard. De slidegitaar, de mondharmonica en de sax huilen een potje mee met de man die leven en liefdes overschouwt en de gitaar trekt aan de rafels van het  ziekenhuishemd. Hier wordt zo intens gemusiceerd dat je er stil van wordt. Maar ook al “sluit hij zijn boek” ,zoals hij in No More Delay zingt, toch is dit geen klaagzang. In de teksten zit fijne humor en een gevoel van dankbaarheid.

Afsluiter Face In The Mood start dan ook als een marslied met tromgeroffel. Paul Couter gaat strijdend en in het zadel het einde tegemoet. Mooier kan niet.

16 april 2021
Judy Lee