Paul McCartney - McCartney III

Capitol Records

McCartney III

Nu Paul McCartney volledig gerehabiliteerd is en zijn genie wordt erkend voor wat het is -  na de dood van John Lennon werd hij verguisd als de suffe Beatle zonder zelfkritiek - kunnen we de liefde voor ‘McCartney’ en ‘McCartney II’ (en ‘Ram’!) weer uiten zonder dat de zelfbenoemde smaakpolitie ons op overtredingen wijst.

De vorige eponieme platen kwamen tot stand als uitlaatklep. ‘McCartney’ volgde na tien afmattende jaren bij The Beatles, terwijl de tweede een bombastische periode met Wings afsloot. Allebei toonden ze Paul McCartney op zijn puurst: hij bracht ongepolijste nummers die nog op de plank lagen, speelde alle instrumenten zelf en nam ook de productie voor eigen rekening.

Na 'Egypt Station', de puike, gelikte studioplaat van twee jaar terug, ging Macca de hort op met band, maar daar kwam in 2020 een eind aan - door gekende redenen. Multimiljonairs met zeeën van tijd kunnen vele kanten uit, maar McCartney gebruikte de vrijgekomen momenten om op zijn boerderij de liedjesvoorraad in zijn hoofd op te rommelen. En het resultaat mag er zijn.

Long Tailed Winter Bird is een intentieverklaring: ik doe wat ik wil zoals ik het wil en de hitlijsten zullen me worst wezen. Het nummer is hypnotiserend repetitief, lijkt ergens naar op te bouwen, maar doet dat uiteindelijk helemaal niet. McCartney kan nog steeds verrassend uit de hoek komen. Single Find My Way blijft beter in je oren plakken: eenvoudige pianoakoorden, feestelijke gitaar en het soort catchy melodie waarop Macca al zestig jaar een patent heeft. Lekker.

De plaat blijft afwisselen. Er zitten een paar wegwerpnummers tussen, vooral die waarop McCartney als vanouds wilt rocken. Lavatory Lil klinkt alsof het komt weggeslopen uit de medley aan het eind van ‘Abbey Road’ - misschien omdat de titel doet denken aan Polythene Pam? - maar heeft weinig om het lijf, net als het naar Queens Of The Stone Age ruikende Slidin’.

De hoogtepunten van het album tonen Macca kwetsbaar, zichzelf spaarzaam begeleidend op akoestische instrumenten. The Kiss Of Venus past in het rijtje van stille parels als Blackbird, Jenny Wren en Calico Skies. In Pretty Boys horen we dat ook een oud-Beatle zich onzeker kan voelen doordat hij ouder wordt. Maar uiteindelijk zegeviert de eeuwige optimist in Macca, die met Seize The Day zijn eigen motto schrijft: “It’s still alright to be nice.” Een simpel zinnetje als dat klinkt dezer dagen bijna als een strijdkreet.

Winter Bird / When Winter Comes herneemt het akoestisch gitaarmotiefje van Long Tailed Winter Bird en sluit qua thematiek het dichtste aan bij 'Ram'. Een man, die in zijn leven alles bereikt heeft, geniet nog het meeste van tijd met zijn gezin op de boerderij, het simpele leven en het warmen van de wintertenen aan een knisperende haard.

Paul McCartney is nog lang niet afgeschreven. Integendeel, hij lijkt de laatste twintig jaar nog maar eens in de vorm van zijn leven te verkeren. Met ‘III’ levert hij geen plaat af die je leven zal veranderen, maar je kunt je er wel aan verwarmen in donkere dagen.

30 december 2020
Andreas Hooftman