Party Dozen - The Real Work

Grupo Records

The Real Work

Het Australische sax- en drumsduo Party Dozen bouwt al sinds 2017 aan een stevige live reputatie in hun thuisland. Kirsty Tickle (saxofoon) en Jonathan Boulet (percussie en een batterij samplers) laten zich graag leiden door improvisatie en verder mag de luisteraar zelf uitvissen wat voor muziek ze nu eigenlijk maken. Doom, jazz, hardcore, no-wave,... je kan het allemaal in de songs terugvinden. Ook op derde plaat ‘The Real Work’ negen lillende brokken vleesgeworden Sturm und Drang.

Nu is de saxofoon geen evident instrument om mee op de voorgrond te treden in rock. In jazz, evident. In soul vanzelfsprekend. Zelfs in reggae speelt ze vaak een prominente rol. Rock-’n-roll is toch een ander verhaal. De combinatie gitaar, bas en drums is toch dikwijls de standaard. Uitzonderingen zijn er natuurlijk om de regel te bevestigen. Zo speelde de sax in de punk van X-Ray Spex een definiërende rol in het groepsgeluid. En Ted Milton van Blurt pijnigt al eens graag het instrument tot je oren er van beginnen te suizen. Morphine creëerde dan weer een eigen geluid dat ontstond door een prominente plaats te voorzien voor de sax van Dana Colley. En we vergeten er waarschijnlijk nog enkele, maar u begrijpt ons punt ondertussen wel.

Party Dozen gaat nog een stapje verder in het experiment. De meeste van de songs zijn instrumentaal, maar wanneer Kirsty toch eens iets te zeggen heeft, dan spuwt ze de lyrics door de beker of bel van de saxofoon, die op zijn beurt weer is gekoppeld aan een Morley Power Fuzz Wah-pedaal zodat de klank nog verder vervormd en verdraaid wordt. Hoe dat klinkt, komen we te weten op Macca The Mutt, een nummer met maar liefst - het kan niet op - twee vocalisten aan het werk. Een aanloopje met stevig vervormde gitaren en dito vocalen van Kirsty brengt ons bij de stevig van jetje gevende en de song vooruitduwende drums van Jonathan en een klagerige saxpartij. Het nummer lijkt te ontaarden in een steeds doller draaiende climax, tot daar plots mede-Aussie Nick Cave de intrede doet, die genoeg heeft aan zes woorden om de track in de hand te houden tot die abrupt afbreekt. “I got a mutt, I got a mutt, I got a mutt / Got a mutt, got a mutt called Macca”, wordt als een aanzwellend mantra herhaald, op een manier die meer doet denken aan een Grinderman-reïncarnatie dan aan Caves huidige getormenteerde sjamaan- annex goddelijke status. Spannend tot aan het gaatje.

De liefde voor sludge en doom kan het duo ten volle etaleren in The Iron Boot. Zowel Black Sabbath als Motörhead, maar evengoed The Stooges springen ons spontaan voor de geest bij deze gesel voor het oor. Zou saxmetal, geboren in een industriële plaatslagerij, een nieuw subgenre kunnen zijn dat een stek verdient op Graspop? Wij zouden alvast ons plaatsje aan het podium reserveren.

Fruits Of Labour neemt ons dan weer mee naar begin jaren tachtig van vorige eeuw, toen ook Jan Vanroelen de sax ter hand nam bij Arbeid Adelt! met kompaan Marcel Vanthilt. Lekkere electropunk/-funk die alle kanten opstuitert.

En zo laveren we verder tussen verschillende stijlen van oriëntaalse jazzy lounge (Earthly Times) over fifties garagepop met een heerlijk orgeltje (Major Beef) tot loungy triphop (Risky Behaviour), waarop hier te lande Hooverphonic een pattent heeft, om de plaat stijlvol af te sluiten.

Dat er naast de muziek ook nog plaats is voor andere dingen in hun hart, blijkt uit de liner notes bij het album waarin ze respect betuigen aan de Gadigal, een groep inheemse volkeren, die leefden in Gadi dat zich situeerde waar nu Sydney gelegen is. En omdat de plaat daar geschreven en opgenomen werd, willen ze hierover het volgende kwijt: “We pay respect to elders past en present and acknowledge sovereignty was never ceded”. Het is een zaak die ook de heren van Midnight Oil na aan het hart ligt: in 2020 brachten ze over deze materie de single Gadigal Land uit.

‘The Real Work’ komt uit op Grupo Records, een onderdeel van Grupo, een platform voor creatievelingen, opgestart door Jonathan Boulet zelve met  maatje Steven Tennikov. En die laatste tekent dan weer voor het artwork rond de plaat van Party Dozen. Op de binnenkant van de hoes kan je hem aan het werk zien in het creatieproces, bezig met een hamer en een metalen pin waarmee hij de woorden spijkert in gegalvaniseerd staal. Of wou u nog een referentie naar harde metalen?

Wij waren gecharmeerd door de open blik waarmee het duo naar muziek in het algemeen en het gebruik van het instrumentarium in het bijzonder kijkt. Welke richting ze ook uitgaan, het blijft altijd spannend en beklijvend. Ofwel gaan je oren ervan bloeden, ofwel zak je nog wat verder onderuit in je luie hangmat, maar steeds is er die dwingende groove die je bij de les houdt. Een minimale bezetting die garant staat voor een maximale stomp in de maag. U had ‘The Real Work’ al in huis moeten hebben!

12 juli 2022
Patrick Van den Troost