Palehound - Black Friday

Polyvinyl

Black Friday

Drie jaar is het al geleden dat Ellen Kempner aka Palehound optrad in ons land. Toen was haar tweede album ‘A Place I’ll Always Go’ al een jaar uit. Mogen we haar dan volgend jaar ook weer verwachten, pleasssee?!

In juni van dit jaar kwam Palehound met het derde album, ‘Black Friday’ en daarop stond zowaar één van de allermooiste, meest indringende nummers van het jaar: Killer. De track is zowel een actuele #Metoo-song als een overweldigend liefdeslied waarin Kempner verklaart dat ze de moordenaar wil zijn van de man die haar liefje pijn deed. Klinkt erg extreem, maar de song is geen woest uitslaande brand, eerder een smeulende hoop as waarvan je de hitte pas voelt als je dicht genoeg komt. Kempner fluistert immers meer dan ze zingt, alsof ze samen met haar lief in bed ligt en haar probeert te troosten. Enkel van haar gitaar springen vonken af.

Zo is ongeveer de hele sound van het album geschetst. De productie is dan wel een pak verfijnder dan op de vorige platen, toch is Palehound nog niet alle karteltjes kwijt. Integendeel, je merkt ze beter op omdat de plaat zo delicaat klinkt. Vaak klinkt ze zo kristalhelder dat je zweert dat je de zangeres met gitaar kan aanraken, alsof je samen met de band in eenzelfde kamer zit.

En als er toch weer lo-fi ruis te horen is, dan is dat een weloverwogen keuze, zoals op Where We Live, waarin Kempner losjes de snaren beroert over een gedeclameerde tekst van een gedicht van Melissa Lozada-Olivia. Op de achtergrond hoor je stromend water. Of zijn het schaatsen op ijs? Dat zou beter passen bij de tekst.

Alle vier de singles (Worthy, Killer, Aaron en Black Friday) staan voor die centrale track en naarmate de plaat vordert, lijken de songs korter te worden. Maar dat betekent niet dat er in de tweede helft niets meer te beleven valt. Kempner heeft niet veel nodig om haar gevoelens te verwoorden. In Bullshit, schetst ze haar onzekerheid in twee zinnen: “Stand up and your shoulders cave / Tell a joke the punchline shakes.”

Af en toe is er ook plaats voor plezier. Urban Drip, één van de meest uptempo songs van de plaat, laat heel wat licht toe, met het Spaanse gitaartje en het hoog zoemende orgeltje. En natuurlijk past ook hier de tekst als een handschoen op de muziek: “Then we drove and you laughed and pointed out the bars where you had sex in bathrooms wet with urban drips / And you admit it was gross but you were having fun.” En zelfs Stick N Poke, over een voorbije liefde, klinkt relativerend met die opgewekte mantra “I’m due for a shitty tattoo”.

En dan is er nog afsluiter In Town waarin de instrumenten twinkelen als licht tussen de blaadjes van de bomen langs de straten waardoor ze eenzaam wandelt, zich ondertussen afvragend hoe het verder moet. Strijkers en gitaar komen en gaan als de mensen in haar leven. “If there's anything I learned while I was back in town / It's that nothing worth loving ever sticks around,” klinkt het berustend. Dat kan dan wel waar zijn, maar de muziek blijft.

15 augustus 2019
Marc Alenus