Orquesta Tanguedia - Georgina

Eigen beheer

Het zeskoppige Orquesta Tanguedia (° 1993) timmert al even aan de muzikale carrière, zoals blijkt uit ‘Georgina’ dat inmiddels album nummer zes voor de band is. Inspiratie haalt het ensemble onder meer  bij de jazz, bij pop, chanson, wereldmuziek en klassiek.

Georgina



‘Georgina’ werd net zoals voorganger ‘Alfonsina’ (2012) live opgenomen, maar daarvoor werd dit keer naar de welbekende La Chapelle studio’s getrokken. Verder valt op dat vrijwel niets aan de aandacht van het ruimschoots ervaren ensemble ontsnapte (degelijke mastering, ervaren producer, mooi artwork, ...).

Het nieuwe album is het bewijs dat Orquesta Tanguedia nieuwe wegen en invalshoeken opzoekt, bijvoorbeeld door het instrumentarium en het aantal gastmuzikanten uit te breiden, al blijft de band met het verleden waar de focus sterk op Piazolla en tangomuziek lag onmiskenbaar. Heden ten dage laat het orkest meer dan ooit eigen werk horen, en dit zowel in het Spaans als in het Frans.

De subtiele opener Vuelvo Al Sur wekt een vorm van lichte melancholie op en verwijst naar eerder werk. Zeer zachte toetsen muziek en de wat weemoedige, maar knappe zang van Karla Verlie doen verlangen naar een verblijf aan de kust, al duiken er ook mysterieuze sferen in het nummer op. Het titelnummer ‘Georgina’een eigen compositie, sluit hierbij mooi aan. Opvallend is de beheersing waarmee het ensemble verschillende muzikale invloeden toelaat.

Chop Chop klinkt opvallend fris en opgewekt en laat wat jazzy feelgoodsferen toe. Het instrumentale nummer zou niet misstaan op een soundtrack. Het aan Jean Corti opgedragen 2 Mots is te situeren op het kruispunt tussen klassiek en chanson. In het nostalgische Nostalgias kan Verlie vocaal voluit gaan. Het lichte Bidonville is met zijn zachte jazzvibes een mooie ode aan Baden-Powell. Tijdens het onbedoeld grappige J’ai Brulé Mes Fesses Dans Ton Cabriolet doet het ensemble iets met spoken word.

Het instrumentale Nobody Likes An Angry Bunny is met zijn acht minuten een lange, mysterieuze vingeroefening voor de hele band en doet onbewust vaag denken aan de anarchistische klanklandschappen van DAAU.  In het fijnzinnig romantische Fille Entre Chien et Loup ligt de focus net iets meer op de tekst dan op de muzikale omkadering.

De band lonkt met de instrumental De Maan Is Verhuisd uitdrukkelijk naar het podium, daar waar het ensemble duidelijk kan maken dat elke muzikant een wezenlijke bijdrage levert aan een bijzonder fraai geheel. Rest nog de finale uitsmijter Crio Envuelto / Bakerkind, dat met zijn heerlijk donderend uitwaaierende gitaren een mooie bonus is op een bijzonder aangenaam album als dit. De band heeft een bijzonder fijne concertreeks voor de boeg.

7 februari 2015
Philippe De Cleen