Opeth - The Last Will And Testament

Reigning Phoenix Records

The Last Will And Testament

Zouden fans ons doodbliksemen wanneer we Opeth zouden omschrijven als een contaminatie van ongeduldig en death (metal)? We vragen het ons release na release af. Want ook nu dondert Mikael Åkerfeldt en zijn leger voortdurend weer tussen force majeure-metal, theatrale progpartijen en ingetogen, neoklassieke zweverigheid. Dat laatste trouwens vaak met een middeleeuws barok tintje.

Alleen houdt de band totaal niet van wetmatigheden aangaande structuur, strofen of voorspelbare logica. Met andere woorden: je moet het hard-zachtspel, de steeds wisselende karaktertrekken en het melodieus gehakketak ondergaan en beleven. Zo kom je keer op keer op de etiketjes “progressief” en “avontuurlijk”. En laat dat zowel gelden voor Opeth anno 2024 (The Last Will And Testament) als anno 1995 (Orchid) en alle twaalf studio-episodes tussenin.

De nieuwste release luidt trouwens geen einde of wedergeboorte in. De conceptplaat draait rond een testament van zeven paragrafen (tracks) van een Engelse landlord in het interbellum die terugblikt op zijn – ahum – niet al te christelijk leven met buitenechtelijke dochters, avontuurtjes met de dienstmeid en momenten van afgunst en wraak. Iets wat natuurlijk helemaal past bij deze intense metalmuziek. Het testament zelf wordt trouwens netjes in het uitvouwbare boekje uiteengezet, weliswaar met enkele details (waaronder de precieze naam van de titularis, datum en locatie) bewust vervaagd.

Op muzikaal vlak keert de Zweedse metallegende terug naar de roots: hard-zacht deathmetal met zware grunts en speelse intermezzo’s. En die intermezzo’s zijn dan weer partijen vol klassieke zweverigheid en cleane vocals, iets waar Opeth de laatste atmosferische platen meer en meer naar greep, wat fans van het eerste uur weer iets minder smaakten. Zo kom je een band tegen die oud en nieuw combineert in een vaak dolle rit vol afgebroken structuren en wisselende passages of songs van vijf minuten die voldoende ingrediënten bevatten om een hele plaat te vullen. Van agressief gebrul en speeddrums tot folky, dromerig en nostalgisch. Een sterk staaltje componistenwerk dat qua intensiteit volledig gelijk loopt met de momenten van woede en schaamte die je in het testament tegen komt.

Naast dat uitmuntend songschrijverschap en de alweer technische genialiteit van dit vijftal geven we ook graag het London Session Orchestra een dikke pluim omwille van de bijna permanente achtergrond vol theatraal glijdende strijkers (in #5 zelfs met een heerlijk klagerig, oosters tintje). Verder krijgt niemand minder dan Ian Anderson van Jethro Tull een ererol om in zowat elke track hetzij met zijn typerend fluitspel, hetzij met onthullende spoken word-passages het album mee in te kleuren. En ja, ergens in de achtergrond van de tweede paragraaf kan je zelfs Joey ‘Europe’ Tempest ontdekken.

Het is dus een intens en zwaar testament dat Opeth hier voorschotelt. Eentje dat mooi en in klassieke progrockstijl afsluit met een extra, semi-akoestisch A Story Never Told vol harmonieuze partijen, glijdende synths en  een fabuleuze, narratieve gitaarsolo van Åkerfeldt zelf. Als je fan bent van zwaarder spul en niet vies bent van gebrul en getier, neem dan zeker genoeg tijd om deze plaat vol diepgang en ingenieuze vondsten te doorgronden. Dit is gewoonweg geniaal. Wij zijn er zeker nog niet helemaal doorheen!

5 maart 2025
Johan Giglot