Old Sea Brigade - Motivational Speaking

Nettwerk

Motivational Speaking

Zomervakantie. De tijd van het jaar waarin de drukbezette recensent op een druilerige dag nog eens goed in de laden snuffelt om te zien wat daar van fijn plaatwerk is blijven liggen. Deze bijvoorbeeld.

Fans van acousticana zoals van pakweg Isbells en Marble Sounds kennen vast ook wel Ben Cramer, de man achter Old Sea Brigade. En anders wordt het hoog tijd! In 2016 stak deze fijnbebaarde en –besnaarde muzikant uit Atlanta de neus aan het venster. Na een rits singles en een ep volgden een debuutalbum in 2019, een ep samen met Luke Sital-Singh (2020) en dit tweede album.

Ook op deze plaat had Sital-Singh een vinger in de pap, net als Steven Mullan en Owen Lewis, mannen waarmee hij ook al lang samenwerkt (synths en co-productie). In Nashville vond de in Georgia geboren songschrijver mooi volk zoals bassist Tony Lucido (Rhiannon Giddens, Caitlyn Smith), drummer Julian Dorio (The Whigs, Eagles Of Death Metal), bassist Eli Beaird (Willie Nelson, Merle Haggard, Charley Pride) en celliste Cara Fox (Jack White, Old 97s).

Samen maakten ze deze plaat die in de nooit-aflatende stroom releases bijna onopgemerkt bleef, mede door haar zachtaardige, kabbelende karakter. Dit is geen album dat zich opdringt en op je schouder blijft tikken tot je opkijkt, maar als je het wat aandacht geeft, gaat het groeien en bloeien.

Of je nu luistert of niet, Cramer zal er zich niet druk om maken. Hij heeft leren aanvaarden, zo blijkt uit opener How It Goes. "I'm learning to let go / I'm building a life / Now I can look at the scars / And not think of the knife”, klinkt het over fijnmazige electronica, gecombineerd met gitaar en een rustige, troostende beat. Hetzelfde thema wordt later nog eens aangesneden in het met delicate dobro en bouzouki versierde Still aangesneden: “I learn to live with it / I learn to deal with it”, hoor je daar.

Day By Day is samen met de titelsong  en High Times één van de songs die er qua tempo bovenuit steken, maar het verschil tussen die songs is dat de eerste tandenknarsend verklankt hoe Cramer vastzat in eenzaamheid na een scheiding terwijl Mirror Moon eerder dromerig en repetitief klinkt en enkel in de refreinen een lichte euforie opwekt. High Times zit een beetje tussen die twee in, met een tekst over een nieuw begin, een pulserende synth, een gitaarsolo en circulair drumpatroon.

De andere songs klinken eerder klein en intimistisch, ook al zijn ze bijna altijd rijkelijk gearrangeerd. Dat is zeker het geval met het humeurige, meer atmosferische Salt waarin mellotron en banjo opduiken, maar veel minder in de met weemoedige cello doorweven pianoballade Nothing Clever en het nochtans vijf minuten lange Walls dat drijft op een zich herhalende gitaartwang en een ultratrage drummachinebeat.

Aflsuiten doet de plaat met nog twee heel delicate nummers. Come Tomorrow ligt in een badje van breekbare baritongitaar met champagnebubbeljes van synths en 4th Of July doet nog het meest aan Marble Sounds denken. Deze langzame wals met rijke instrumentatie van piano en koperblazers als trompet, klarinet en sax over zachte tromslagen is het spreekwoordelijke orgelpunt van de plaat.

Een fleecedekentje hebben we niet nodig nu, maar twee zachte armen misschien des te meer. Old Sea Brigade staat op je te wachten om je tegen het gilet te trekken. Waar wacht je nog op?

16 juli 2021
Marc Alenus