OK Go - Oh No

Capitol Records

Het lijkt haast ongelooflijk dat u de uiterst sympathieke videoclips die bij Here It Goes Again en A Million Ways horen, nog niet heeft gezien. De heren van OK Go zijn dan misschien niet erg fotogeniek, dat wordt ruim gecompenseerd door originaliteit.  En voorwaar, ook de rest van hun tweede CD met de pakkende titel ‘Oh No’ mag er best zijn, zonder echter overenthousiast te worden.

Oh No



Het videoclip-succes kwam blijkbaar iets te laat voor Andrew Duncan, die nog wel meespeelt op deze plaat, maar inmiddels werd vervangen door Andy Ross. Maar dit mag de pret niet drukken.  Ook de andere jongens doen meer dan hun duit in het zakje.

Aanvankelijk wordt de argeloze luisteraar (voor zover die nog bestaat) bij de oren gegrepen om niet meer losgelaten te worden.  Dit plaatje zuigt je gewoon mee in een roes van opwekkende meebrulbare songs, die weliswaar in het verlengde van het eerder genoemde single-succes liggen, maar geenszins flauwe doorslagjes zijn. 

Het begint al meteen met Invincible dat opent met de intrigerende tekstlijn “When they finally come to destroy the earth / They’ll have to go through you first” , die wordt ingezet nadat je al volop meedeint op het ritme van de gitaren en de stuwende bas en drums.  Dit is gewoon lekkere en verdomd goed opgebouwde popmuziek.  Blijkbaar moet je voor dit soort muziek naar Zweden, waar Tore Johansson (Franz Ferdinand, 22 Pistepirkko) dit plaatje produceerde en er meteen de meezingbaarheid van pakweg The Cardigans en de felheid van The Hives (luister maar naar Do What You Want) in stopte. 

Terwijl het tempo van de eerste vier nummers eerder hoog ligt, wordt er echter afgeremd in Oh Lately It’s So Quiet om uit te komen bij een soort van Prince-pastiche.  Niet slecht, maar wij zien de jongens liever uit hun dak gaan op stevige rock ‘n’ roll.  En de adempauze mag daarenboven niet te lang duren. 

Gelukkig is er een lichtpunt waar te nemen met No Sign Of Life, dat met een typische Kinks-intro aanvangt om dan te ontploffen in een lekkere gitaarriff en op tijd en stond ruimte te geven aan de zang.  Helaas wordt met Let It Rain de positieve evolutie niet meteen voortgezet en moeten we wachten tot met Crash The Party het stevigere werk terug wordt ingezet.  En opnieuw is het kind in hetzelfde bedje ziek en wordt na Television Television het tempo uit de plaat gehaald.

Dit had een fantastische plaat kunnen zijn, als het niveau van de eerste vier nummers werd aangehouden. Al bij al helt de weegschaal eerder naar de positieve kant over.  Blijft nog de vraag of de met deze plaat gemaakte belofte zal worden waargemaakt. 

Tenslotte nog even dit : misschien denkt u de intro van Here It Goes Again te herkennen van die andere (al wat belegen) fuifhit Summer Of 69 ?  Laat u niks wijs maken : de twee zijn wel degelijk verschillend.

8 november 2008
Patrick Van Gestel