Odonis Odonis - Post Plague

Telephone Explosion Records

Multi-instrumentalist Dean Tzenos Hollandaze blijkt dus niet enkel muzikaal breed getalenteerd, maar ook grenzeloos geïnteresseerd. Getuige derde album ‘Post Plague’, dat de rug keert naar de garagerock van zijn twee jaar ouder broertje en de wereld van de ebm (electronic body music) en industrial induikt, weliswaar niet geheel zonder de familiebanden te breken.

Post Plague

‘Post Plague’ is gitzwart. Pompende elektrobeats, scherende synts en vervormde vocals die zowel scanderen als schreeuwen, knipogen luidruchtig naar de jaren ’80. Deze plaat van Odonis Odonis gaat stevig in het rood en kan niet hard genoeg opgezet worden. Dreigend in zware en trage songs en mokerend in snellere -in het geval van Betrayal zelfs ronduit drillende- passages.

Toch doet het trio rond Hollandaze hier veel meer dan dreigen en razen. De band gaat op zoek naar ritmische spitsvondigheid in een configuratie van scherpe tics en grollende bassen of industriële samples, vaak nog onderhevig aan een mooi aanzwellende evolutie. Er gebeurt wel heel wat meer dan het ratelen van machinegeweerbeats in een broeierig Nervous. Daarnaast bevatten de tien songs op deze plaat ook een muzikaal verhaal dat verder reikt dan rechttoe rechtaan EBM-militarisme, maar waarin ritmebreuken, ingroeiende synths en toegevoegde samples voor een voortdurende dynamiek zorgen. Neem enkel al de loodzware basgroove van Pencils, die plots minder moedeloos en gitzwart lijkt wanneer New Pornographers’ gastzangeres Kathryn Calder met haar hoge stem even voor een heerlijke verheffing zorgt, terwijl de band even later stevig uit de bocht vliegt met scherp gierende tunes. Triphop featuring noise featuring wavepop? Gewaagd, maar efficiënt.

Bestaat er zoiets als industrial muziek voor ontdekkingsreizigers? Cyborg robots die eerst naar de vogeltjes kijken alvorens ze in het rond beginnen schieten? Jawel, het bestaat en wordt gefabriceerd in een futuristische Sci-Fi ruimte die Odonis Odonis heet, waar mensen nog boven machines staan, maar het gevaar om te snijden aan de vele scherpe metaalranden toch erg groot is. De band houdt in elk geval de toekomst open, dankzij een traag, sinister en onheilspellend einde met een onderhuids diepe baslijn maar vooral een minimalistische sfeer van een rondzingende, klagende gitaar. Klaar om volgende plaat weer stevig uit de startblokken te vliegen, of juist te verdrinken in een geheel nieuw avontuur van donkere ambient en shoegazerwerelden.

20 november 2016
Johan Giglot