No Joy - Wait To Pleasure

Mexican Summer

Over enkele ogenblikken zullen wij u vertellen waarom we bij dit tweede album van No Joy aan een naaktstrand moesten denken. Maar eerst even wat achtergrond.

Wait To Pleasure



No Joy is een Canadese shoegazeband, bestaande uit Jasamine White-Gluz, Laura Lloyd en Garland Hastings. In 2010 kwam hun debuut uit waarop de invloeden van My Bloody Valentine en Lush overduidelijk waren.

Het trio nam zijn tijd om in de Gary’s Electric studio in Brooklyn samen met Jorge Elbrecht (Violens) deze opvolger in te blikken waarop het trio zijn shoegaze-invloeden niet wegsteekt, maar garneert met piano, keyboards en computergeluidjes.

Dat is niet meteen duidelijk wanneer je de plaat opzet. E schiet uit de startblokken als een blizzard waarin twee ijskoninginnen met etherische stemmen als onderkoelde sirenes je naar hun paleis lokken. Pas na meer dan vijf minuten gaat de storm liggen.

Tijd om een kaartje te leggen. Tarotkaarten weliswaar. De kaart van de haas zou moeten staan voor wedergeboorte, intuïtie en evenwicht, maar afgaande op de tekst van huidige single Hare Tarot  is dat in de wereld van No Joy anders: “You take me upside down / Just a flying beauty / Waiting on lock down.”

In Prodigy wordt stilaan duidelijk dat No Joy toch iets verfijnder klinkt dan op het debuut. Onder de zwarte gitaarbrij trekt het trio zilverachtige sporen van glinsterende, kwikzilveren klanken terwijl ritmisch gekletter doet denken aan geleedpotigen, die uit de kelder naar boven komen.

Op Lizard Kids mag drummer Hastings zich eens deftig uitleven, maar gelukkig duurt dit maar iets langer dan twee minuten en kunnen we overgaan naar het hoogtepunt: eerste single Lunar Phobia waar we godbetert zelfs een akoestische gitaar ontwaren. Idem dito in Wrack Attack waarin zowaar de Dum Dum Girls lijken mee te spelen.

Vreemdste nummer is afsluiter Uhy Youi Yoi en niet alleen omwille van de onuitspreekbare titel. Hierin drijft het trio uit Montreal het verst weg van zijn sound. Met zacht geprevel, een prominente akoestische gitaar en ijle klanken doet de band je uitgeleide.

Maar we hadden je nog beloofd om te vertellen waarom we bij deze plaat aan een naaktstrand moesten denken. Wel, daar lijkt de mens wel een zoogdier met enkel pels op vreemde plekken, maar als je een beetje van die naaktheid bedekt, wordt het pas verleidelijk. Dat heeft ook No Joy begrepen: ze accentueren de schoonheid van hun muziek door ze te bedekken met noise. Soms iets te veel weliswaar, maar toch.

8 juni 2013
Marc Alenus