Nick Murphy - Run Fast Sleep Naked

Future Classic

Run Fast Sleep Naked

Loop snel en slaap naakt. Dat is niet de boodschap van uw dokter – denken we toch – maar de nieuwe plaat van Nick Murphy. Het is er eentje vol verwarrende uitspattingen en interessante bochten.

 

‘Run Fast Sleep Naked’ is overweldigend. Dat is misschien wel de beste samenvatting die we u kunnen meegeven. Na zijn grote succes als Chet Faker besloot de Australiër om het over een andere boeg te gooien. Eerst met de ‘Missing Link’-ep, en nu dus met een nieuw album. En eerlijk: ‘Run Fast Sleep Naked’ ligt in het verlengde van de ep. Op beiden horen we Nick Murphy een arsenaal aan verschillende geluiden samengooien en versmelten tot één geheel. Niet altijd even beluisterbaar, maar wel steeds geniaal.

Bij aanvang van het album dachten we eigenlijk dat de Australiër het eindelijk op een rijtje had. De ingetogen, warme stem met af en toe stevige uitschieters, de zachte harp en de afgemeten percussie op Hear It Now leken écht op de opgegroeide versie van Chet Faker: intiemer, maar toch volwassener en experimenteler. Ook bij Harry Takes Drugs On The Weekend leek het dezelfde richting uit te gaan: met die intieme stem, zachte strijkers, stevige uitspattingen in het refrein en luchtige percussie.

Maar dan zitten er nummers bij als Sunlight, met strijkers die je nekharen overeind doen komen en een zeurend refrein, waarvan je spontaan met je ogen begint te rollen. Of Some People, een nummer dat na tweeënhalve minuut stilvalt om al even spontaan weer los te barsten in een storm van glitcherige geluiden. Nick Murphy heeft het duidelijk níét op een rijtje.

Maar dat ‘Run Fast Sleep Naked’ een mengelmoes van probeersels is die totaal niet samenhangen, is eigenlijk nog niet eens zo erg. Experiment heeft Murphy altijd gesierd. En ook nu kunnen we het appreciëren. Sunlight en Some People, maar ook Yeah I Care en Novacaine And Coca Cola hebben dan wel rare, verrassende stukken, maar dat maakt ze zeker niet minder goed. Het maakt ze net anders dan die klassieke singer-songwriternummers.

Murphy heeft trouwens ook aan de radio gedacht. Hoewel veel nummers waarschijnlijk niet in aanmerking komen wegens “te artistiek”, staan hier en daar weliswaar enkele mogelijke hitsingles tussen. Koploper is natuurlijk Sanity, een nummer vol prachtige arrangementen, die je meteen op de been krijgen. Maar ook in Message You At Midnight, een eenvoudig, maar prachtig nummer met een diepgaande bas, hoge strijkers en een speelse opbouw, zouden we een radionummer kunnen zien.

Nick Murphy is duidelijk nog niet zeker welke richting hij uit wil. Maar is dat eigenlijk wel nodig? Waarom zou een album geen mengeling van grensverleggend experiment, overweldigend talent en pure schoonheid mogen zijn? Het gebrek aan samenhang is net wat van Nick Murphy meer maakt dan een gewone singer-songwriter. En dat zouden we moeten koesteren.

21 mei 2019
Jeroen Poelmans