Nas - King's Disease

Mass Appeal Records

King's Disease

Van de honderden rappers die zichzelf al de titel ‘The King of New York’ hebben toegeëigend, zijn er maar een handvol die een gooi naar die troon kunnen rechtvaardigen. Nas is daar één van.

Dat zijn nieuwste plaat de titel ‘King’s Disease’ draagt, is dan ook geen toeval. Na meer dan dertig jaar in de industrie, bevindt de tegenwoordig zesenveertigjarige Nas zich in een positie waarin hij vanop de ivoren troon kan uitkijken over het hiphopimperium dat hij de afgelopen decennia heeft opgebouwd. Met Grammy Award-winnende producer Hit-Boy achter de knoppen, lagen de verwachtingen voor zijn nieuwste plaat alvast torenhoog.

Op ‘King’s Disease’ klinkt Nas meer vertrouwd dan op het Kanye West-geassisteerde ‘NASIR’, dat in juni 2018 uitkwam. Dat hebben we deels aan de productiestijl van Hit-Boy te danken, die nauwer aansluit bij de productie waarmee Nas eind jaren negentig zijn naam maakte, gekenmerkt door het gebruik van vintage funk-, soul- en jazzsamples.

Ongeacht de grootse productie van het album, klinkt Nas voor het eerst in jaren ook terug als een gretig man die iets te bewijzen heeft. Doorheen het album komt Nas’ scherpe, verhalende pen meermaals bovendrijven, waaronder op de opener King’s Disease en op het schitterende sluitstuk The Cure. Op dat laatste nummer luidt de briljante beat-switch Nas’ sterkste verse van het album in: “We looked at robbin' as a way of resolving our problems / My moms cooked food, but some of my niggas was starving / And whatever they was down to do, I was with 'em regardless”. The Cure is overigens niet het enige nummer waarop Nas rapt over New Yorkse straatcultuur. Zo vertelt hij op Blue Benz over hoe cruciaal "street credibility" was om het als opkomende rapper ver te schoppen: “That's on God, wish you woulda walked by / And bumped me hard or just looked at me wrong / My chain on, try to book me, you gone”.

Op The Definition komt Nas met de definitie van ‘King’s Disease’, de bijnaam voor jicht. Jicht ontstaat door een verhoogde concentratie urinezuur in het bloed, iets wat veroorzaakt wordt door overmatig gebruik van alcohol en een gebrek aan lichaamsbeweging. Met dit album alludeert Nas natuurlijk niet op deze letterlijke betekenis, maar op wereldleiders die geen poot uitsteken om de huidige structurele ongelijkheden de wereld uit te helpen en enkel uit zijn op het verstevigen van de eigen macht: “Our youth is dead to us, they called us superpredators / Stupid words from the president’s mouth, where are his editors?”.

Maar er is ook ruimte voor meer luchtige onderwerpen op ‘King’s Disease’. Zo rapt Nas op het enorm funky All Bad over zijn stukgelopen relaties en mag hij rekenen op de steun van wonderkind Anderson .Paak om het nummer van een enorm aanstekelijk refrein te voorzien. Verder viert Nas op het lied Ultra Black de zwarte cultuur in de vele facetten: “We goin' ultra black, I gotta toast to that / We don't fold or crack / Occasion, we rose to that, fuck goin' postal”.

Net als jarenlange rivaal Jay-Z bewees met diens laatste album ‘4:44’, toont Nas op ‘King’s Disease’ ook aan dat leeftijd slechts een getal is en dat je als doorwinterde veertigplusser nog steeds een fris klinkend en relevant album kan uitbrengen. The King of New York is terug om zijn troon op te eisen.  

25 augustus 2020
Hannes Deraedt