Naima Bock - Giant Palm
Sub Pop Records
Er zijn zo van die albums waarbij je als recensent achter je oren of in de schaars overgebleven haren krabt. Hoe moet je dit album eer aan doen met geschreven woorden? Dit debuut is er zo één.
De naam Naima Bock zegt je waarschijnlijk nog niet veel, tenzij je een diehard fan bent van Goat Girl, het Londense all girl postpunkkwartet waarin zij de bas hanteerde. Onvoltooid verleden tijd, want ondertussen plukt Holly Hole daar aan de dikke snaren. Bock drukte even de pauzetoets in. In plaats van stinkende, kleverige clubs af te schuimen met haar gezellinnen, startte ze een tuinbedrijf, brak ze menige vingernagel terwijl ze in de aarde wroette naar artefacten tijdens het afmaken van een studie archeologie en ging ze langeafstandswandelen. In de oortjes de Braziliaanse klassiekers, waarnaar ze vroeger luisterde onder invloed van haar Braziliaanse vader, Europese folk of gewoon het geluid van de wind en de vogels.
De nochtans blonde artieste heeft ook nog eens een Griekse moeder en misschien daardoor klinkt het stemgeluid een beetje hees zoals dat van Sotiria Bellou of Haris Alexiou en omringt ze zich met een aura van ongrijpbaarheid. De muziek klinkt onwerkelijk en onaards en tegelijk heel organisch, samengesteld uit invloeden uit jazz, folk en Braziliaanse wereldmuziek.
Meer dan dertig muzikanten spelen mee op dit solodebuut en toch klinkt het subtiel als de vlucht van een nachtzwaluw en zit er bijna evenveel stilte in de nummers als muziek. Een krachttoer waarvoor we zeker Dan Carey van Speedy Wunderground mogen danken. Hij bood niet alleen gratis zijn studio aan, maar werkte ook een hele maand aan het verfijnen van de arrangementen die door geluidstechnicus Syd Kemp op onnavolgbare wijze werden gecapteerd.
Naar verluidt, schreef Bock de nummers over een periode van jaren, allemaal al wandelend en dat zou ons niets verbazen. Ze hebben allemaal een wandeltempo, al gaat ze in Campervan ook wel een paar keer aan het walsen. En toch hebben ook alle nummers een eigen sfeer. Dat heeft te maken met de vele bijdragen van bevriende muzikanten. We horen houtblazers, violen, een jazzy sax, vintage synths en nog veel meer. Zoveel dat je elke keer weer iets anders ontdekt en luisteren bijna een religieuze ervaring wordt.
“So I float higher, high above it all”, zingt ze in de titeltrack en opener. En dat gevoel krijg je als luisteraar ook. Je wordt met zachte hand meegetroond in een wonderlijke wereld waarin zich achter elke bocht een nieuw landschap een fantastisch nieuw muzikaal landschap openbaart. Hoogtepunten opnoemen is bijna onmogelijk, maar single Toll verdient zeker een vermelding. Dankzij deze song werden wij instant fan en ontdekten we andere parels als Every Morning, waarin de zangeres in duet gaat met een koortje, en het breekbare Natural.
Om van “album van het jaar” te spreken is het misschien nog wat vroeg, maar het folkalbum van het jaar is nu wel bekend en de zomervakantie kon moeilijk mooier beginnen!
De passage van Naima Bock in de Botanique gemist eerder dit jaar? Geen nood, dit najaar komt ze met Dana Gavanski naar Brugge. Als dat geen mooie dubbelaffiche is!