Myrkur - Spine

Relapse Records

Spine

We herinneren ons nog levendig hoe Amalie Bruun ons vijf jaar geleden in het kleine AB Clubzaaltje verpletterde met een impressionante afwisseling van hoge sirenezang en zware metalgrunts. Met klassieke partijen versus een overdonderende doommetal-wall of sound. Met die constante muzikale beauty and the beast-contradicties. En ook een beetje als mysterieuze schoonheid, laten we eerlijk zijn.

Groot was dan ook onze verbazing, toen de Deense in 2020 plots afkwam met een heuse plaat vol traditionele Scandinavische volksliederen en akoestische folk (‘Volkesange’) en waar de metalgitaren schitterden in afwezigheid. Maar kijk, het bloed kruipt (weg) waar het niet gaan kan. Myrkur is terug verenigd met producer Randall Dunn in Sigur Rós' IJslandse studio en heeft opnieuw het stevigere etherische werk ontdekt. Negen parels van liedjes lang.

Eerst blijft ‘Spine’ nog een tijd lang hangen in de eigen zweverigheid. Hoge, sacrale galmzang (“Sleep, sleep, my child”), akoestisch rollende tokkels en slepende cello. De Deense lijkt de eerste twee van de negen songs wel een Enya-plaat te willen maken. Al gaan halfweg het zacht tokkelende Like Humans enige onderliggende gitaren het geheel inkleuren. Maar kijk, na een track of vier komen daar toch die mokerende en logge doommetal-gitaarhaken bij, al blijven die tegelijkertijd opvallend op de achtergrond in het erg sonisch klinkende album.

Op één of andere manier komt Myrkur daarmee plots in het vaarwater van de female fronted gothicmetal bands. Met nummers vol emotie, uitstraling en energie, maar tegelijkertijd afgevlakt tot melodieuze en harmonieuze powerballads. Jaja, u leest het goed: “afgevlakt”. De geboorte van haar kind lijkt de angel ietwat  getrokken te hebben uit Amalie Bruun, een dame die wij veeleer vereenzelfdigden met mysterieuze pagan en wicca rituelen, maar hier eerder zalft in zachtheid, strelende sirenezang en glijdende synths.

Tot Valkyriernes Sang dan. Met een volle wall of gitaarsound, (weggefilterde) dubbele basdrumpartijen en een Scandinavische folkmelodie, zich metend aan de grootsheid van de walkuren. En ook voor eventjes terug met die fantastisch krijsende Mykrur-fluisterzang: de heks is terug… om wat later weer heimelijk weg te sluipen in de onderwereld. Want met een neoklassiek, slepend pianolied vol grandeur als My Blood Is Gold sluit de band dit werk in opperste schoonheid en verhevenheid af.

Als er één ding is waar je deze Deense troubadour niet van kan beschuldigen, is het wel herhaling. De vierde langspeler van Myrkur heeft de nodige uitstraling en past alweer bij haar mysterieuze, religieuze karakter. Hoe je het ook draait of keert, ‘Spine’ is een album dat je als geheel moet verteren en is vooral mooi, heel mooi. Tip: erg luid te beluisteren voor een volledige onderdompeling.

31 oktober 2023
Johan Giglot