Muziekvereniging De Clingse Bossen - Muziekvereniging De Clingse Bossen

Zesde Kolonne Records

Muziekvereniging De Clingse Bossen

Wie “muziekvereniging clingse bossen” googlet, komt waarschijnlijk uit bij “Fanfare Weldoen Door Vermaak”. Maar even later ook op het echte verhaal achter deze opmerkelijke bandnaam. Muzikanten Jan Dhooghe (Yevgueni, Implant, Anne Clark) en Lars Senders (Deadman Orchestra) wonen respectievelijk aan de Belgische en Nederlandse kant van de Clingse bossen en beschouwen de inspirerende wandelingen in de zogenaamde Waterleidingbossen – thuisbasis van onder meer vijf soorten spechten – als een soort van muzikale vereniging, een samensmelten van ideeën tussen een (elektro)percussionist annex synthspeler en een gitarist-toetsenist met zowel volkse als filmisch-experimentele aspiraties. En nu ben je mee.

Het tweede, titelloze album van de twee heren (die het eerste ei via Consouling uitbroedden) is een allegaartje van acht tracks waarop je termen als Kraut-, postrock, noise, ambient of zelfs een vleugje posthardcore kan kleven. Maar vooral ook de speelsheid en het avontuur om al die termen zelf binnen één enkele track te verwerken. Dhooghe en Senders goochelen zelfs met een artiest als Mike Patton en zoiets kunnen we wel volgen, als het gaat om vernieuwing en onconventionele verrassingen.

Het echte gezicht van de Muziekvereninging De Clingse Bossen krijg je misschien wel te zien op de eerste track van deze release. Het Huisje Dat Slaapt is een stuk sobere, traag opborrelende kosmische muziek met modulaire synthesizer- en sequencerritmiek, begeleid door virtuoos drumwerk. Een song, die in eenvoud en sfeer begint, maar die tegen het einde aan explosief openbarst in een mooie climax. Het zijn zowel de leuke opbouw als het live-versus-elektronisch mengelmoesje die grotendeels de rode draad vormen binnen dit album.

Maar daarnaast krijg je stukken lofi rock met zachte zang en doezelende progtrekjes (Hamburgerhut Ann), hobbelende folktronica met fluisterzang die overgaat in furieuze hardcore screamo’s (Metzmachien) of een elftal minuten geïmproviseerde Krautrockpsychedelica met een benevelende ruisgroove en leuke, hoge flikkeraccenten (Stroom).

En het is die vrijheid, diversiteit en avontuur waarin je duidelijk voelt dat de heren als visjes in het water – nee, als meesjes in het bos – ronddoolden. Dat om de breeddenkende muzikale ideeën en ervaring te combineren en om ongedwongen zichzelf te kunnen zijn. Dat gaat natuurlijk een stuk ten koste van de consistentie, iets wat veel luisteraars wel graag terugvinden in een plaat. In elk geval is de boodschap duidelijk: blijven wandelen en die muzikale eitjes uitbroeden, heren!

9 september 2023
Johan Giglot