Mirrors For Psychic Warfare - Mirrors For Psychic Warfare

Neurot Recordings

Kan iemand de tel nog bijhouden over het aantal werken en projecten van Neurosis’ Scott Kelly? Vast niet? Hoe dan ook, als er één constante is, is het wel een mixture tussen noise en experiment. Met Mirrors For Psychic Warfare neemt hij kompaan Sanford Parker van Buried At Sea onder de arm, met wie hij vorig jaar nog een luidruchtig vervolg gaf aan het project Corrections House. Met ditmaal een verrassend ijl, zweverig resultaat.

Mirrors For Psychic Warfare



Vijf knoerten van tracks, voor minder doet Mirrors For Psychic Warfare het niet. Dat Kelly zowel stem als gitaar stevig kan geselen, is geen geheim meer. Maar de manier waarop dat hier gebeurt in wat best kan omschreven worden als “martelaar metal”, is buiten proportie. Dit klankspel is loodzwaar, industrieel, luidruchtig… heel erg doom, zelfs soms naar dark ambient knipogend.

Traag rollende grooves van gitaaraanslagen worden vervormd tot een haast ontastbaar, amorf stukje fatalisme en met een berg ruis, metaalklanken en rondvliegende gensters van een laspost omringd in het openend The Oracles Hex (oral what?). Na drie minuten ontploft dit nummer in een Apocalyps van luid scherend snaarwerk en klokkenspel-achtig, sissende percussie. Waar de textuur hier nog enigszins tastbaar is, verglijdt die in nummers als A Thorn To See tot een morbide schouwspel van tergend traag slepende drone ambient in een bed van echo en delay, waartegen het gitaargesoleer zich als tegendraads schuurpapier afzet om tot een steeds luidruchtiger geheel te komen. Noem het gerust een zoektocht naar noise die zomaar eventjes een kwartier aanhoudt!

Dat alles staat nog los van de stevig vervormde stem van Scott Kelly, die getransformeerd wordt tot getormenteerd gekrijs of een andere keer overgaat in een sinister, hol en monotoon scanderende passage. In het wat minder overtuigend stukje mechanische noise als I’ll Try You All - dat veel te lang op zoek gaat naar een melodieuze, vaste ondergrond - ligt het geschreeuw zo diep verscholen in de wall of sound, dat het er volledig mee samenvloeit. Pogingen om ook maar een woord te kunnen verstaan, zijn vergeefs.

Afsluiter 43 biedt een open einde door het wat over een andere boeg te gooien. Met stoten die van een trompet lijken af te stammen en zowaar enkele pianotoetsen, zindert het door synthesizer gedragen nummer in diep golvende echo’s. Ook hier scheurt de gitaar de donderwolken weer genadeloos aan flarden om klanken van kapotgeslagen ruiten en de kreten van een levend gevilde zanger te overstijgen. Maar dramatiek neigt hier toch meer en meer naar esthetiek. En zo krijgt een stempel als “oorverdovend” toch wel weer een fijne bijbetekenis.

10 juli 2016
Johan Giglot