Mintzkov - Rising Sun, Setting Sun

Eigen beheer

De voorbije week was het weer zover. Gebogen over ons bord grepen we naar ons glas water. Kevin de Kok had het zoutvat weer in de kookpot laten vallen, merkte een collega op. De anderen knikten instemmend - omdat spreken met een mond vol water nu eenmaal niet aan te raden is. Mintzkovs derde plaat, 'Rising Sun, Setting Sun', komt alleszins niet uit een Sodexho-keuken, voegde ik er in gedachten aan toe.

Rising Sun, Setting Sun



Een zoutloos plaatje, dus. Dat is volgens ons (helaas) de beste omschrijving voor de nieuwe cd van Mintzkov. We hebben het nochtans wel voor de band rond Philip Bosschaerts en Lies Lorquet. Maar nu zijn we een beetje ontgoocheld. Ongeïnspireerd? Dat is misschien te fel uitgedrukt. Maar echt verrassen en opvallen doet Mintzkovs derde niet. We horen geen In Every Crowd, geen One Equals A Lot, geen Hitman.
'Rising Sun, Setting Sun' begint nochtans goed. Het gelijknamige nummer schiet stevig uit de startblokken met drum en bas, en al snel horen we het typische stemgeluid van Bosschaerts. Het refrein lijkt op het eerste gehoor niet al te ver gezocht, maar het blijft wel een hele dag in je hoofd rondspoken.
Ook de meerstemmigheid in het tweede refrein - alsof een koortje stiekem de studio is binnengeslopen en pas tegen het einde alle kelen open zet - valt in de smaak. We moeten spontaan aan dEUS' Popular Culture denken, en dat is een compliment.
Maar blijft het dat ook als we aan Barman en co blíjven denken? Niet zozeer omdat Bosschaerts' stem volgens velen bij die van Barman aanleunt - iets waarvan we zelf trouwens steeds minder overtuigd zijn - maar wel omdat zij Mintzkovs geheime wapen beter uitspelen dan de band zelf dat doet. Lies Lorquet is de naam, en voor één keer zijn we tégen ontwapeningsverdragen.
Lorquet blonk op dEUS' 'Vantage Point' uit in Eternal Woman, en bracht ons eerder ook al een beetje aan het zwijmelen met I Do, Ruby Red en Return & Smile. Maar op 'Rising Sun, Setting Sun' lijkt ze van de aardbol verdwenen. Hier en daar steekt ze nog wel eens de kop op, maar dat gebeurt naar onze smaak veel te weinig.
Spijtig, want net die samenzang tussen Bosschaerts en Lorquet is vaak wat Mintzkov-songs naar een hoger niveau tilt. Single Opening Fire, The 25th en Finders Keepers kunnen nog wel op eigen benen staan, maar halverwege lijkt de plaat toch wat in te zakken. Zo klinkt Roadbuilding bijvoorbeeld als een hidden track - en daar zijn we helemaal geen fan van - en laat Mintzkov in afsluiter Gemini alle kansen liggen om er met een geweldige uitbarsting een punt achter te zetten.

En dus, beste lezer, voelt u de bui ongetwijfeld al hangen. Want als een bespreking bijna meer over andere bands en oudere platen gaat dan over diegene waarover het zou moeten gaan, dan is dat een teken aan de wand. Op 'Rising Sun, Setting Sun' mist Mintzkov een beetje ballen, geniale ingevingen én een flauwe plezante die net voor het koken stiekem de dop van het zoutvat losschroeft.

4 maart 2010
Jonas Truwant