Mina Tindle - Sister

37d03d

Sister

Net voor de tweede lockdown viel het album van Mina Tindle hier in de bus. Maar we zagen het toen even niet meer zitten en dus bleef het schijfje op de stapel liggen. Onterecht zo blijkt nu.

Misschien zijn het de cadeautjes onder de kerstboom en de lichtjes in de winkelstraten of het uitzicht op een vaccin, maar plots zijn we wel in de stemming voor deze plaat vol ernstige, fragiele nummers van Mina Tindle. De negen nummers hebben een soort van tijdloze schoonheid die tegelijk de grootste troef en de tere plek is van de plaat. Behalve Give A Little Love, het nummer dat ze kreeg van Sufjan Stevens (die hier ook komt meedoen), steekt er geen enkel nummer meteen boven de rest uit.

En nu we toch een grote naam laten vallen: Mina Tindle, aka Pauline de Lassus Saint-Geniès is goed omringd sinds ze van Parijs naar New York verhuisde. De namen in het dankwoordje op de binnenhoes spreken boekdelen: Bryce Dessner (gitarist bij The National en mijnheer de Lassus Saint-Geniès), producer Thomas Bartlett (aka Doveman) die al prachtwerk deed voor Stevens, St. Vincent, Emma Broughton, Kate Stables en David Chalmin (The National, Thom Yorke, ...) De lijst is nog langer, maar het plaatje zal wel duidelijk zijn. Deze plaat overstijgt de eenzame inspanning met gemak, al zijn alle nummers wel (deels) van haar hand.

Dat Mina Tindle kon zingen, was al duidelijk van de twee vorige album ‘Taranta’ (2012) en ‘Parades’ (2014). Op beide platen deed ze dat ook al in het Engels en in het Frans. Dat is toch altijd een gok, maar als je beide talen zo accentloos beheerst als zij dan is dat geen bezwaar. Alleen als ze de twee mengt, zoals in de tweede single uit de plaat, Belle Pénitence, wordt het een beetje vreemd: “I love you, I love you… more/ jour aprés jour, aprés jour…" Zou het zo echt klinken in de sponde van het koppel Dessner – de Lassus?

Misschien toch maar mikken op het Angelsaksisch publiek? De drie andere singles, het kracht biedende Lions, Give A Litte Love en het beeldrijke Indian Summer deden een poging, maar eigenlijk werd alleen het door Sufjan Stevens geschreven en geproducete nummer een redelijke hit. Zoals gezegd is het ook het enige nummer dat echt boven de rest uitstijgt.

De rest is heel mooi. Van de pianoballade Jessa (de ‘Sister’ waaraan de plaat werd opgedragen) over het meer dan tien minuten durende Tryptique, dat inderdaad uit drie duidelijke delen bestaat, tot de bijna sacrale afsluiter Is Anything Wrong, nergens zit er een valse noot of een fout akkoord. Maar net dat is ook de achilleshiel van deze plaat. Ze klinkt zo perfect dat echt rauwe emoties worden uitgevlakt.

De zachte toetsen, die Bartlett over de plaat strooide, zijn als goudpoeder die onderliggende rimpels aan het oog onttrekken. Alleen het iets robuustere, korte Louis, waarin nota bene een kille drummachine de ruggengraat is en waarin Tindle niet over zichzelf maar over een fictieve koning zingt, zorgt even voor meer opwinding. Misschien net omdat het het lelijke eendje is van de plaat?

Mina Tindle leverde met ‘Sister’ dus wel haar beste plaat af tot nog toe, maar ze is er nog niet. Haar perfect klinkende muziek vermomt zich nog iets te gemakkelijk als muzikaal belang. Dit is geen muziek waarvan je opkijkt als ze op de radio zou passeren. En dat is jammer, want mooi is het wel. Erg mooi.

4 januari 2021
Marc Alenus