Miles Kane - Coup De Grace

Virgin Records

Coup De Grace

Waar de genadeslag voor de één komt in de vorm van een onthullende Pano-reportage, komt die voor de Britse gevoelsmens Miles Kane in de gedaante van tien tracks waarin hij de Liefde en haar vele grillen fileert. Het is eens wat anders dan kabeljauw, nietwaar?

'Coup De Grace' neemt met opener Too Little Too Late een vliegende start, met snauwende strofes waarin de verwijten met een lieve lust in het rond gestrooid worden en een enerverend keyboardmotiefje uw geduld op de proef stelt. Wat meteen opvalt: hoe dicht Kanes stemkleur bijwijlen aanleunt bij die van zijn partner in crime bij The Last Shadow Puppets, de begenadigde posterboy der rockchicks: Alex Turner. Zeker met de echo op zijn vocalen en het typerende lang uitrekken van de klinkers klinkt Kane bij vlagen als de helft van de Siamese tweeling Kane-Turner.

Het ritmische Cry On My Guitar overstijgt nooit echt het niveau van de banale rocksong, in tegenstelling tot het slomere Loaded, waarin Kane zich beklaagt hoe zijn wispelturige geliefde slag om slinger dreigt om hem te verlaten. Speels uitdagend begeleidt hij haar naar de uitgang – met dank voor bewezen diensten – in een verslavend refrein dat zo uit een plaat van Arctic Monkeys geplukt lijkt. Het verraadt misschien wel de ambities van Kane: in dezelfde vijver als Turner dobberen, opent dezer dagen de sluizen naar de grote zee, en reken maar dat Loaded daar door Turner-lovers opgevist zal worden.

Het uptempo Cold Light Of The Day surft op dezelfde golf als opener Too Little Too Late, om met Killing The Joke wat gas terug te nemen. Alweer geen al te creatieve oefening in originaliteit, met een zagerig refrein dat we zweren al eerder gehoord te hebben – of niet, want we zijn het al vergeten.

De titeltrack zet Kanes schrijfsels in de etalage: bevlogen gebrachte verzen drijven de motor aan, die voortschrijdt op een lekker gladde ondergrond samengesteld uit een recurrent basmotiefje aangespekt met summiere gitaarslagen. Het in zware bassen gemarineerde Silverscreen bestaat uit puike ideeën, die samen weliswaar een onsamenhangend geheel vormen. In The Wrong Side Of Life blinken dan weer Kanes zangkwaliteiten uit, met een bezieling die tegen het einde het absolute voortouw neemt.

De rozige afsluiter charmeert met een Frans zoals die voor francofobe Engelstaligen ter ore valt: Shavambacu, of een onomatopee van ‘Je t’aime beaucoup’. Kane verpakt zijn vijgen na Pasen (want de vogel is al gaan vliegen) in een soortement dialect van Molière – de arme man draait zich om in zijn graf. Kane vraagt nog om verschoning, want zijn “French is bad”. Hij krijgt van ons een glimlachje.

De optelsom is een uitgebalanceerde plaat zonder echte uitschieters, maar bruisend van energie. Onthouden dus, de volgende keer dat u naar die Red Bull grijpt.

8 september 2018
Quentin Soenens